63
van H. P. de Swart en J. H. de Swart, het recht
van mede-eigendom op de schutting ter lengte van acht
meter, die de erfscheiding vormt tusschen het aan de
gemeente ’s-Gravenhage toebehoorende terrein, kadaster
sectie A.K., No. 4168, van den aan de Bentinckstraat
staanden veegdienstpost der Openbare Reiniging en het
aan H. P. de Swart en J. H. de Swart voornoemd
toebehoorend terrein, kadaster sectie A. K., Nos. 4352
en 4353, voor f 20.
van W. van Diest, een winkelhuis met afzonder
lijke bovenwoning, erf en plaats aan het Groenewegje
Nos. 22 en 22a, kadaster sectie A.D., No. 2278 groot
1 A. 2 c.A., voor f 10780.—, en zulks met het oog op
de onmiddellijke aangrenzing aan de gemeentewerf
van de NaamloozeVennootschap„DeCredi et
en Handelsbank”, de perceelen aan de Weststraat
Nos. 101/103, 105, 107, bestaande uit een winkelhuis
met afzonderlijke bovenwoning, een pakhuis en een
paardenstal met zolder en erf, kadaster sectie A.H.,
Nos. 249, 1851, 1852 en 245, te zanten groot 4 A. 93 c.A.,
met dien verstande echter, dat voor zooveel betreft
den grond ter grootte van 98 M2., deel uitmakende van
het perceel sectie A.H., No. 245, die reeds door de
gemeente ’s-Gravenhage in eigendom bezeten wordt,
slechts werd gekocht het aan de Naamlooze Vennootschap
voornoemd toebehoorende erfpachtsrecht tot den Sisten
Mei 1964, waarvan de jaarlijksche canon bedroeg f 2,94,
een en ander voor f 12.000,en zulks ter eventueele
verbetering van de volkshuisvesting;
van D. W. C. van den Eikel, een winkelhuis en
bovenwoning met afzonderlijken opgang en erf aan de
Westerbaenstraat Nos. 203/205, kadaster sectie O.,
No. 6979, groot 78 c.A., benevens den boven- en over
bouw boven den grond der daarnaast gelegen poort,
een gedeelte, ter grootte van 14 c.A., in dien grond en
het recht van uitgang door die poort, welke bekend is
in Sectie O., No. 6978, groot voor het geheel 39 C.A.,
voor f 6200,en zulks in verband met den aanleg
van den nieuwen verkeersweg Prinsegracht-Elandstraat