18
13
BETREKKING.
j Jaarwedde.
uitwonend
1
(Gem. Ilulp-
375
ieder
inwonend
300
550—
1
2
1
1
Binnenportier
Binnenportiers (Gem. hulpzie-
kenhuis) ieder
Nachtportier
Vroedvrouw
Hoofdverpleegsters
80
29
32
1
2
1
1
1
2
3
650
275
650
600
550
500
inwonend
800—
600
600*—
12001—
1300
1000
450
725
1
3
2
175
150
125
875
750
425
375
250
225
500
500
475
425
375
In- of
uitwonend.
i Klerk
Klerken ieder
1
1
1
1
5
1
2
1
Klerk (Gem. hulpziekenhuis)
Magazijnmeester
Machinist (vrye woning, vuur,
licht, geneeskundige behan
deling met gezin).
Amanuensis
Voorportier met vrouw
1 I
2 I
Gem.
hulpziekenhuis
Verpleegsters, ieder.
ziekenhuis, ieder
Leerl.-verpl.
w
Verplegers, ieder.
f
I uitwonend
3
5
6
17
3
- uitwonend
800;
inwonend
500
j inwonend
uitwonend
(leerling)
ieder
Verpleegsters (Finsenatdee
ling), ieder
Badmeester
Huishoudsters ieder.
VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIS.
n
n
n
n
n
waarvan 32
a. li. Gem.
Hulpzie-
kenhuis.
H
K
r.
<1
n
JJ
