2
Verrichtingen van den Dienst.
Na deze mededeelingen van algeineenen aard volgen hier
Overgaande tot de vermelding van de in 1913 opgedane
ervaringen en verkregen resultaten, dient allereerst nogmaals
de aandacht gevestigd op den totaal onvoldoenden toestand
van het Centraalbureau, tevens Centrale post van het onder
deel Eerste geneeskundige hulp, met name wat de ruimtever
houdingen betreft. De toestand daar is sinds het vorig jaar
nog verergerd, sedert de werkzaamheden, verbonden aan
de voorbereiding van de ontworpen reorganisatie, de aan
stelling van een tweeden klerk-hulpverpleger noodig maak
ten, voor wien slechts met moeite een plaats kon worden
gevonden.
Maar ook in den Centralen post laat de toestand door
meerderen aanloop zeer veel te wenschen over, zoodat niet
zelden de werkzaamheden aldaar op bepaald hinderlijke
wijze werden gestoord.
Het is dan ook, in het belang van den dienst, te hopen,
dat ten spoedigste de beschikking over een nieuw gebouw
kan worden verkregen.
Behalve met de zes behandelende geneeskundigen en den
bovengenoemden klerk-hulp-verpleger is het personeel in den
loop van het jaar nog uitgebreid met een chauffeur, teneinde op
het drukste gedeelte van den dag, in de middaguren, met
twee auto’s te kunnen uitrukken. Hierdoor kwam de chauf
feur van de Roode Kruis-kliniek, die eenige avonden en
nachten per week en op Zon- en feestdagen in den dienst
meerouleerde, te vervallen. Overigens heeft het personeel
geen mutaties ondergaan.
In het materieel hebben geen noemenswaardige wijzigingen
plaats gevonden. Alleen is de tweede ambulanceautomobiel
van het Roode Kruis, die tot dusverre in de Kliniek aan de
Jan van Nassaustraat gestationneerd was, by den dienst
getrokken, welke maatregel reeds in het vorig jaarverslag
werd aangekondigd.
De uitgaven van den dienst over 1913 hebben f 43.752,28
bedragen of f4.684,38 meer dan in 1912. Deze meerdere uitgaven
zijn voor een deel het gevolg van de uitbreiding van personeel,
voor een ander deel van de in gebruikname van de tweede
automobiel en het grooter aantal hulpverleeningen in spoed-
eischende gevallen.
De inkomsten bedroegen f 1.680,80, of f 1074,40 meer dan
in 1912. Hieronder f 1031,80 van de Ryksverzekeringsbank
voor het verleenen van hulp aan personen, die onder de
Ongevallenwet ressorteeren.
18A VERSLAG GEMEEXTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.