klaring van pensioengerechtigden aan den Geneeskundigen dienst werd ontnomen en opgedragen aan een tweetal van Rijkswege aangewezen geneeskundigen. Dat wil dus zeggen dat, voor zoover de belanghebbende niet van zyn recht gebruik maakt om zelf eeu van de twee aan te wijzen, de pensioenkeuring thans geschiedt door twee artsen, die 1°. niet gecenseerd kunnen worden op de hoogte te zyn van de byzondere eischen, aan de dienstbetrekking van den te onderzoeken persoon verbonden en 2°. niet in de gelegenheid waren het verloop der aandoening te volgen, die Burgemeester en Wethouders aanleiding gaven om tot een onderzoek te besluiten. Neemt men nu daartegenover in aanmerking, dat de Geneeskundige dienst der Gemeente het eenige medische lichaam is, dat geacht kan worden volkomen op de hoogte te zijn van den aard der werkzaamheden van alle personen in Gemeentedienst en dat alleen deze dienst door zijn kaart- stelsel de waarborgen kan geven van over alle gegevens te beschikken aangaande den aard en het verloop der ziekten, waaraan de ambtenaren (beambten, werklieden) in den loop der jaren lijdende waren, dan is het duidelyk, dat de invoe ring der bij de Wet'geregelde pensioenkeuring, althans voor een Gemeente als de onze, moet worden betreurd. Voor Gemeenten, waar ter beoordeeling van de Rijksautoriteit reeds een goede regeling bestond, had men een uitzon deringsbepaling kunnen maken zooals men dit b.v. met de toe passing van de Gezondheidswet heeft meenen te moeten doen. Nu denke men niet, dat dit voor de praktijk een betrek- kelyk onverschillige zaak is. Want behalve dat, naar de ervaring reeds heeft uitgewezen, het geruimen tijd duurt alvo rens de van Rykswege aangewezen geneesheeren hun onder zoek kunnen afsluiten en hunne beslissing nemen, gedurende welken tjjd de onderzochte ten laste van de Gemeente en zyn plaats onvervuld blyft, bestaat er inderdaad kans, dat deze geneesheeren in verschillende gevallen tot een onjuiste conclusie komen, waar zij het verloop der aandoening (en; niet hebben meegemaakt en zoodoende verschillende gegevens voor de beoordeeling missen. Ook hiervan zyn reeds eenige voorbeelden bekend, die het tot een zaak van belang maken, indien de Wet op dit punt kon worden herzien. Alsnog,bestaat er aanleiding hier ter plaatse op te merken, dat de bovengenoemde gemiddelde langere duur voor het nemen van een beslissing in het bijzonder er toe geeigend is om het aantal ziektedagen bij de verschillende takken van dienst te vergrooten. Naar van bevoegde zyde werd meegedeeld, heeft vooral de politie daaronder te lyden, 6 L 18'1 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 658