I
I
■I&.
18A
r
Dr. G. W. BOLAND.
De Directeur van den Gemeentelijken
Geneeskundigen Dienst,
aangaande de ongeschiktheid gehandhaafd bleef, doch de
commissie tot het toekennen van een verhoogd pensioen
adviseerde.
Eindelijk kan ten aanzien van de 7 gevallen, waarin voor
B. en W. een aanleiding bestond om ze aan het oordeel
der commissie te onderwerpen, worden meegedeeld, dat de
commissie in twee gevallen meende te moeten afwijken van
de in eerste instantie gedane uitspraak.
1;
10
VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.
b 'ik