20 14 chloor 283 mgr. De melk was zoutachtig. De melk van dit dier is uit de consumptie gehouden. 4. Bij een melkveehouder te Wateringen bleken 7 koeien ondeugdelijke melk te leveren, waarvan vyf lijdende waren aan mastitis, terwijl een dier leed aan chronische enteritis. De katalasecyfers dezer melken waren 4.2, 4.4, 4.5, 4 6, 4.8, 5.0, 5.2; het draaiingsvermogen schommelde tusschen 3.70—4.40. 5. Bij een melkveehouder te Ryswyk werden 25 koeien aangetroffen, waaronder 5 met mastitis, 3 met uier- tuberculose, terwyl de overige dieren aan andere ziekten leden of oud-melksche beesten waren. De eigenschappen van de melk van al deze dieren was sterk afwykend van die van normale melk. De melk van de eerste acht koeien is onmiddellyk, die der overige na een tydsverloop van een maand niet meer in consumptie gebracht. 6. By een melkveehouder te Ryswyk werden 12 koeien gevonden, welke verschillende uiergebreken vertoonden en als gevolg daarvan ondeugdelyke melk leverden. De katalasecyfers bewogen zich tusschen 4.05.9, het draai ingsvermogen tusschen 2.24.1, het chloorcyfer tusschen 150—240 mgr., terwyl by vele dieren bloed en etter in de melk werd gevonden. Ook van deze dieren is hier ter stede geen melk meer in den handel gebracht Uit het onderhoud, dat ik naar aanleiding myner bevin dingen met vele melkveehouders in de laatste jaren heb gehad, ben ik wel tot de overtuiging gekomen, dat zy in den regel heel goed weten, welke koeien ondeugdelyke melk leveren, maar dat zy louter uit winstbejag liefst een zoo groot mogelijke hoeveelheid melk stadwaarts voeren, zonder zich om de eigenschappen der afgeleverde waar in ’t minst te bekommeren. Het ligt dan ook in de naaste toekomst in mijne bedoeling tegen melkveehouders, die naar mijn oordeel willens en wetens ondeugdelyke melk afteveren, streng op te treden en hun voor den strafrechter ter verantwoording te roepen. VERSLAG KEURINGSDIENST VAN EET- EN DRINKWAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 690