1 I 21 11 WERKLIEDEN (BELOONINGEN EN STRAFFEN). Dienstkleding. e In dit jaar werd aan 122 voerlieden geheel en aan 19 voerlieden gedeeltelijk nieuwe dienstkleeding verstrekt. Het op de aschstalen te ’s-Gravenhage en Scheveningen werkende personeel bleef gekleed van de in het magazijn aanwezige en in goeden staat verkeerende dienstkleeding, welke, door de periodieke aanschaffing van nieuwe klee- ding voor voerlieden en vegers, vrij komt. Thans zijn 23 opzichters en assistent-opzichters, 3 por- I Aan 262 werklieden behoefde in het geheel geen straf te worden opgelegd. Behoudens bij tekortkomingen van ernstigen aard wordt als regel, met toepassing van artikel 50 van het Werklie denreglement, een voorwaardelijke straf opgelegd; dit ge schiedde met 179 werklieden in 236 gevallen. In 65 gevallen vervielen de werklieden in herhaling binnen den gestelden termijn. In 6 gevallen, dat straf was opgelegd, kwamen de werk lieden in beroep bij het scheidsgerecht. Deze gevallen betroffen: le, paardenmishandeling, gestraft met boete van f 1. 2e, bezigen van ongepaste uitdrukkingen, gestraft met boete van f 0,26; 3e, vernieling van een piasava-bezem, gestraft met schadevergoeding van f 0,50; 4e, zoek maken van een zweep, gestraft met schadever goeding van f 0,30; 5e, diefstal van afval, gestraft met terugzetting van voerman tot werkman 2e klasse; 6e, onbehoorlijk gedrag, gestraft met boete van f 0,50. In het geval sub. 1 werd de straf veranderd in een voor waardelijke. In de gevallen sub. 3 en 6 werd de straf verminderd en gebracht op respectievelijk f 0,25 en f 0,26. In het geval sub. 4 volgde kwijtschelding van de opge legde straf. De beide overige straffen (gevallen 2 en 5) werden door het scheidsgerecht gehandhaafd. Een overzicht van de straffen over de jaren 19061913 geeft bijlage F.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 776