21
88
16
VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST,
99
99
99
2!»
14
3
Bovendien zijn nog geregeld 20 gehuurde paarden voor
den dagelijkschen dienst in gebruik ter voorziening in de
bespanning van de Scheveningsehe afdeelingen; dit aantal
wordt in den zomer uitgebreid met 9 paarden voor de be
spanning der sproeiwagens en met 2 paarden voor die van
een vuilniswagen ten behoeve van de groote badhotels.
In de bespanning der Scheveningsehe afdeelingen wordt
voorzien door de firma H. J. van Weert, met wie de over
eenkomst van jaar tot jaar wordt verlengd in afwachting
van de totstandkoming der nieuwe inrichtingen, terwijl
in de bespanning der sproeiwagens voorzien wordt door
F. C. Dubois, alhier.
Het maximum aantal paarden, dat tegelijk aanwezig
was, bedroeg 197 tegen 189 in 1912.
Als gevolg van het in de laatste jaren aankoopen van
een beter soort paarden kon het aantal zoodanig inge
krompen worden, dat thans weer met hetzelfde aantal ge
werkt wordt als in 1909 toen de stad nog zooveel geringer
omvang had.
Ten behoeve van de op 5 September te ’s-Gravenhage
en op 9 December te Scheveningen gehouden historische
optochten ter gelegenheid van het eeuwfeest van Neêr-
lands onafhankelijkheid werden door dezen dienst resp. 30
en 25 paarden met de noodige geleiders beschikbaar gesteld.
De geneeskundige behandeling der eigen paarden bleef
opgedragen aan den Rijksveearts, den heer H. v. Aken.
De gezondheidstoestand der eigen paarden was weder
over het algemeen gunstig; in den loop van het jaar waren
afwisselend 123 paarden ziek, waarvan 9 langer dan een
maand. Besmettelijke ziekten kwamen niet voor.
Het totaal aantal ziektedagen bedroeg 2213, dus gemid
deld per paard 14 dagen, tegen gemiddeld 15 dagen in 1912,
14 dagen in 1911, 15 dagen in 1910, 18 dagen in 1909, 20 da
gen in 1908 en 19 dagen in 1907.
De aard der ziekte was in:
49 gevallen kreupelheid;
drukwond;
verkoudheid;
verwonding;
longontsteking;