22 2 e. het verrichten van alle overige werkzaamheden den Ontsmettingsdienst rakende f. het vervoer van onbekende lijken. Onder leiding en toezicht van den Directeur is de -zorg voor de uitvoering der dagelyksche werkzaamheden opge dragen aan een hoofdopzichter 2e klasse, die hierin, en wel meer byzonder voor het toezicht op de ontsmettingswerk- zaamheden, wordt bijgestaan door, een opzichter en een voorman. By samenvallen van veel ontsmettingen worden aan hen bovendien een of meer assistent-opzichters toege voegd. De administratie wordt gevoerd in twee lokalen van het bureau van den Gemeentelyken Reinigingsdienst. De ambtenaren behooren allen tot het ambtenaren-personeel van dien dienst. De betrekking van Medicus-adviseur, bedoeld in art. 7 der Verordening voorden Gemeentelyken Ontsmettingsdienst, wordt vervuld door den heer 8. A. W. Vrijland, arts. Als diens plaatsvervanger werd aangewezen de heer Dr. J. J. Pigeaud. Naar aanleiding van de wetswijziging betreffende het toekennen eener subsidie van Rykswege en het daarmede verbandhoudend Koninklijk Besluit, werd de Verordening voor den Gemeentelijken Ontsmettingsdienst gewyzigd en aangevuld. Hieruit vloeide voort de aanwijzing door den Minister van Binnenlandsche Zaken van de gemeenten Rjjswyk en Loosduinen, als die gemeenten waarin op verzoek ontsmettingen dezerzijds moeten worden uitgevoerd. Voorts tverd door voornoemden Minister bepaald dat de vergoeding voor schrijfloon bij onteigeningen, tot dusver bedragende f 2,—, voortaan zal bedragen f 0,50. Door Burgemeester en Wethouders werd wederom koste- looze ontsmetting toegestaan aan een viertal vereenigingen die in het belang der volksgezondheid werkzaam zyn t. w. „De Algemeene Commissie voor Kinderverpleging en Kinder bescherming van den H.Vincentius van Paulo te’s-Gravenhage.” „Het Kinderziekenhuis”. „Het Gesticht „de Voorzienigheid” te Scheveningen. „De Zuid-Hollandsche Vereeniging „Het Groene Kruis” afd ’s-Gravenhage. VERSLAG GEMEENTELIJKE ONTSMETTINGSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 819