25 4 VERSLAG GEMEENTE-ARCHIEF EN BIBLIOTHEEK. Jaar van den aankoop der ambachtsheerlijkheid door de stad. daarin vernielde afwijkingen, welke soms zeer belangrijk zijn, aangeteekend; er is dus eigenlijk materiaal verza meld uit 82 registers. Het geheel omvat ongeveer 50.000 fiches. Ook de andere klappers vorderden. Die op de appointe- mentregisters kwam tot het jaar 1780. Een andere, waar aan dringend behoefte bestaat, nml. die op de zoo belang rijke registers der buurten werd vrijwillig ondernomen door Mej. M. M. Coster, die een 15-tal boeken reeds tot mijn volkomen tevredenheid bewerkte. Wederom ben ik zoo gelukkig te kunnen mededeelen, dat ook dit jaar de heer F. C. van der Meer van Kuffeler zijn vrijwillige!) arbeid aan de ongeordende stukken der Weeskamer op de zelfde voortreffelijke wijze heeft voortgezet. Gedurende dit verslagjaar werden van 600 boedels de bescheiden geor dend, zoodat het aantal geordende boedels nu reeds onge veer 2300 bedraagt; het verband met de registers der Wees kamer, te kwader uur door vroegere archiefbeheerders verbroken, is voor al deze boedels weder hersteld, een arbeid die verre van eenvoudig is en menigmaal uitvoerige onderzoekingen noodig maakt. Het aantal nog ongeordend liggende papieren blijft echter buitengewoon groot. Op de bijzondere beteekenis van dezen arbeid heb ik in mijn vorig verslag nadrukkelijk gewezen. Niet minder tot dank stemt het feit, dat de bewerking der protocollen der oude notarissen geheel voor ons wordt verricht, dank aan de belangstelling der vereeniging „die Haghe”, die vier dames salarieert om deze hoogst gewich tige registers geheel te klapperen. Daar deze arbeid niet slechts naar mijne aanwijzingen, maar ook onder mijn dagelijksch toezicht geschiedt, beantwoordt het resultaat ook aan de eischen, die ik meen te mogen stellen. In het verslagjaar werden alle registers tot 1660 bewerkt en een gedeelte van de registers tot 1670. Met dank gedenk ik ook de hulp van den heer J. C. Ver maas, die evenals het vorige jaar weder eenige Scheve- ningsehe doopregisters klapperde. Terwyl de inventarisatie van het eigenlijke stadsarchief, welke telkens tot omvangrijke onderzoekingen noopt, slechts zeer weinig vorderde, werden kleinere archieven voltooid of onderhanden genomen. Zoo het archief van Burgemeesteren als Ambachtsheeren van Rijswijk, waarbij als tweede afdeel ing kon gevoegd worden het oude archief der heeren van Rijswijk vóór 1688, l) dat historisch nog al

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 903