28
f
Opgenomen gelden.
Rente van opgenomen gelden.
Ten bewijze dat het verlies ad f 1.582,31, voorkomende
in de hierna volgende Winst- en Verliesrekening (Bijlage I)
uitsluitend is veroorzaakt door de opgerichte Bijkantoren,
volgt hier die rekening van elk kantoor afzonderlek.
479,85 5
1.295,71
613,34 5
1.181,80
351,07
2.969,08 5
1909
1910 I
1911
1912
1913
De rekening van opgenomen gelden, die door de Gemeente
verstrekt worden tegen eene rente van 4 ’sjaars, sloot
op 31 December van dit jaar met een bedrag, gelijk aan
dat in 1912 en wel met f 255.000,
3307 beleenbriefjes waaronder er 2820 waren waarop werd
uitbetaald f 5.821,19 en 487 waarvan de panden, bij verkoop,
verlies hadden opgeleverd of wier opbrengst juist voldoende
was om het aan de Bank verschuldigde te voloen.
Van het overschot van de in 1911 verkochte panden
ad f 7.091,06* was sedert opgevraagd f5.318,59; het restant
ad f 1.772,47* of 24,99 van het geheele bedrag kwam in
1912 en 1913 door verjaring aan de Bank.
De sedert 1909 ontvangen overschotten van verkochte
panden en de daarop uitbetaalde bedragen aan de houders
van beleenbriefjes zijn in den volgenden staat opgenomen.
De betalde „rente van opgenomen gelden” was om het
hierboven vermelde bijna gelijk aan het bedrag van het
vorige jaar en bedroeg dit jaar f 8.486,66 tegen f 8.423,90
in 1912.
j f 4.791,36 f 2.077,98* t
7.839,17 i 4.274,95
7.091,06*; 4.605,67*!
4.797,42*
7.505,33* 4.536,25
7,40* f 2.226,11* f
32,40 2.236,11
99,57 1.772,47*
2.886,36*
8. Uitkomsten van de verschillende kantoren.
7.839,17 4.274,95
9.216^66
‘20
VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING.
Uitbetaald in bet
Jaar.
Jaar van
het
overschot.
1ste jaar
daarna.
Bedrag van
het
overschot
2de jaar
daarna.
i
Nog
Verjaard,
opvraagbaar.