Bijlage 28 III. 1°. „Tot Nut van het Algemeen, over het boekjaar 1913. 37.042 25.935 f 4.761.731,33 291.699,66 8.478,— f 5.061.908,99 Neen. Neen. OPGAVEN omtrent de spaarbank te ’s-Gravenhage, gesticht door het Departement 's-Gravenhage der Maatschappij 1.100 11.566 16.930 7.071 375 f 4.324.253,42 3.313.059,84 1 10 100 124.178,63 f 7.761.491,89 Aantal inlagen in het boekjaar gedaan beneden één gulden Aantal inlagen van f Bedrag der uitbetalingen in het boekjaar (hier onder ook op te nemen de aan de inleggers uitbetaalde rente) Tegoed der inleggers aan het einde van het boekjaar Bedrag van het reservefonds aan het einde van het boekjaar Overige crediteuren aan het einde van het boekjaar Geheel bedrag der waarden van de bank aan het einde van het boekjaar Is in het afgeloopen jaar ook verandering gebracht in den rentetax? Zoo ja, wat was aan het einde des boekjaars het bedrag van den rentetax, waarnaar aan de inleggers rente wordt toegekend? Is het kapitaal der bank geheel of ten deele geplaatst in een andere spaarbank? Zoo ja, tot welk bedrag aan het einde des boekjaars? en in welke spaarbank? 10 100 1000 1000 en hooger Totaal van het aantal inlagen in het boekjaar gedaan Aantal uitbetalingen aan inleggers in het boek jaar gedaan Tegoed der inleggers in het begin van het boekjaar Bedrag der inlagen gedurende het boekjaar. (Hieronder niet op te nemen de rente, die bij het te goed is gevoegd). Rente aan de inleggers toegekend a 23/4 en 2 (onverschillig .of die rente is uitbe taald, dan wel by het tegoed is gevoegd). 2.999.760,56 1 tot beneden f r> n t)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 969