29 18 Het gedrag der manschappen was over het algemeen zeer goed. De oefeningen met bluseh- en redmateriaal, in de be sturing en behandeling der autoinobielstoomspuiten, zoo mede oefeningen in het uitschakelen van gedeelten van het bovengrondscbe net der electrisehe tram hadden gere geld plaats. Voortgegaan werd met het geven van les in Eerste Hulp bij Ongelukken en met den herhalingscursus daarin voor hen die reeds een volledigen cursus hebben doorloopen. Slechts zesmaal werd dit jaar door manschappen van de Brandweer de eerste hulp verleend aan particulieren bij verwondingen, tengevolge van brand als anderszins op de plaats van den brand, benevens nog zes keeren hetzij aan de kazernes of posten of bij toevallige ontmoetingen op straat; in het geheel dus 12 maal of 2 maal meer dan het vorige jaar. Op den 19en Juni werd op de „Eerste Nederlandsche ten toonstelling op Scheepvaartgebied” een wedstrijd gehou den in het verleenen van Eerste Hulp bij Ongelukken. Die wedstrijd was uitgeschreven door de vereeniging „Het Oranjekruis” te Amsterdam. Het mocht aan 5 man van het Haagsche Brandweer korps gelukken den eersten prijs te winnen in Afd. B, n.l. die afdeeling, waarin ziekenverplegers, leden van Brand weer- en Politiekorpsen mededongen. Die prijs bestond uit een groote gouden medaille en werd aan den Chef van den groep, den Hoofdbrandwaeht le kl. J. de Jager uitgereikt door Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden. De 4 overige leden waren de brandwachts le klasse J. v. d. Harst, B. A. M. Kooijmans, A. N. Kersbergen en D. van Dijk. Op den 28sten Sept, d.a.v. had de eerewedstrijd plaats om den wisselprijs (een zilveren lauwerkrans), die reeds tweemaal achtereen door de Haagsche Brandweer behaald was. Het mocht ditmaal echter niet gelukken dien prijs te behouden. De tweede prijs, zijnde een verbandkistje, uitgeloofd door de Firma Utermöhlen te Amsterdam, viel nu aan het korps ten deel. Een van de hoofdbrandwachts bleef belast met het toe- VERSLAG DER BRANDWEER.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 992