3
b. Samenstelling.
Aan den plaatsvervangenden Voorzitter, Mr. H. W. van
Sandick, werd wegens zyne benoeming tot lid van het Hoog
Militair Gerechtshof te Utrecht, op zijn verzoek als zoodanig
door den Gemeenteraad den 19den Januari eervol ontslag
verleend.
Ter vervulling van de hierdoor ontstane vacature werd
door den Gemeenteraad in zijne vergadering van den
2den Maart het lid, Mr A. L. Scholtens, benoemd tot plaats
vervangend Voorzitter.
In de vacature, ontstaan door het aftreden van het lid-
ambtenaar J. C. de Zwart, aan wien met ingang van 1 Oc
tober 1914 eervol ontslag uit den Gemeentedienst werd ver
leend, werd door Burgemeester en Wethouders benoemd de
heer A. Luik, Hoofdopzichter le klasse by den Gemeente
lijken Reinigingsdienst,
Daar door de mobilisatie een groot deel der werklieden
onder de wapenen werd geroepen en derhalve niet aan de
verkiezingen en eventueel noodige stemmingen zou hebben
kunnen deelnemen, werd het door Burgemeester en Wethou
ders niet wenschelyk geacht, de verkiezing, noodig:
1°. ter vervulling van de vacature, ontstaan door het af
treden van het lid-werkman L. Buurman, wegens zijne
benoeming tot lid van den Gemeenteraad,
2°. wegens de periodieke aftreding op 30 October van een
lid-werkman en zyn plaatsvervanger, te doen plaats hebben.
In verband hiermede werd door den Gemeenteraad in
zyne vergadering van den 19en October besloten, dat van
art 52, 5e lid, van het Werkliedenreglement 1911 zou worden
afgeweken, in dier voege, dat
1°. de zittingstijd van het op 30 October aan de beurt
van aftreding zijnde lid-werkman en zyn plaatsvervanger
zal voortduren, tot dat, na terugkeer van normale omstan
digheden, de benoeming van een lid-werkman en zijn plaats
vervanger zal hebben plaats gehad, en
2°. de zittingstyd van deze laatsten zal geacht worden op
30 October 1914 te zyn aangevangen.
VERSLAG V. H. SCHEIDSGERECHT V. GEMEENTEWERKL. 32