i
Bijlage 34
1
Scheepvaart, in de gemeente
over het jaar 1914.
VERSLAG van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken, betreffende den staat van Handel,
Nijverheid en
's-Gravenh age
1. Algemeene Beschouwing.
Aanvankelijk liet het jaar 1914 zich gunstig voor handel
en nijverheid hier ter stede aanzien.
Aan de Laakhaven begon zich het scheepvaart- en handels
verkeer meer te ontwikkelen: o. a. werden aldaar in 1914
een tarwemaalderij met graansilo’s en een nieuw expeditie-
gebouw ten behoeve van een motorbootdienst op Amsterdam
opgericht, terwijl de daar reeds gevestigde nijverheids-
ondernemingen behoorlijk werk hadden.
Bij de Visschershaven werd met den bouw van kantoren
en pakhuizen aan gevangen.
Ook de kleinere nijverheidsondernemingen en de winkeliers
hadden een geregelden omzet, totdat plotseling handel en
nijverheid de groote belemmeringen ondervonden ten gevolge
van den ingetreden oorlogstoestand.
De mobilisatie onttrok tal van, dikwijls moeilijk te ver
vangen, krachten aan bijna alle bedrijven en groote be-
lemm.eringen werden ondervonden in het handelsverkeer,
niet alleen met de oorlogvoerende, maar ook met de neutrale
landen.
Ten gevolge van een panischen schrik dreigden de
economische verhoudingen geheel in de war gestuurd te
worden. Wantrouwen openbaarde zich zelfs tegenover het
papier van de Nederlandsche Bank en jegens de Postspaar
bank. Goud en zilver werd achter gehouden. Het spreekt
van zelf dat onder zulke omstandigheden de verschillende
hier gevestigde financiëele instellingen moeilijke oogenblikken
hadden te doorleven en eveneens de vele te dezer stede
gevestigde directie-kantoren van Indische cultuur-onder-
nemingen hadden een zware taak om te zorgen dat hunne
ondernemingen niet van de noodzakelijke kasmiddelen
verstoken bleven. Door het bezadigde en krachtige optreden
der Regeering en mede door de houding der stedelijke
overheid werd de hevigste paniek tamelijk spoedig bezworen.
Er vormden zich ook hier ter stede tal van commissie’s,.
welke op verschillend gebied arbeidden, om den voortgang