C. Een verzoek van eene verzekerings-Mij., om vervroe ging te verkrijgen van de eerste bestelling van brieven, werd na ingewonnen advies van den directeur van het post kantoor, onuitvoerbaar geacht. F. Aan B. en W. werd door de Kamer op verzoek advies uitgebracht over het in het leven roepen eener verordening op verplichte winkelsluiting. De Kamer adviseerde met meerderheid van stemmen geen verplichte wettelyk geregelde winkelsluiting in te voeren. D. Een klacht van een Duitsche firma over een ondeug- delyke haringleverantie te harent, werd commissoriaal ge maakt. Deze Commissie vroeg de genoemde firma om nadere inlichtingen omtrent die leverantie, maar bekwam nimmer antwoord op hare vraag. De Kamer besloot de klacht verder voor kennisgeving aan te nemen. E. Een vraag van het Hoofdbestuur der Posterijen of be zwaren bestonden tegen het opgeven van telegramadressen van firma’s aan een agent eener Kabelmaatschappij werd beantwoord. De Kamer meende dat een dergelijke opgave alleen mocht gegeven worden aan direct belanghebbenden en alzoo waar borg moest bestaan dat de Kabelmaatschappij zelve de op gave wenschte. Aanvankelijk heeft laatstgemelde voorwaarde bij het Hoofd bestuur der Posteryen een weigering voor genoemden agent ten gevolge gehad. Deze weigering is op advies der Kamer ingetrokken. Cr. Naar aanleiding van een adres tot de Kamer gericht door eenige omwoners van de Wagenbrug, richtte de Kamer een adres aan den Gemeenteraad betreffende de verbouwing van genoemde brug. Zij adviseerde doorvaartwydte en hoogte te behouden als in het ontwerp der verbouwing werd aangegeven, evenwel meer aandacht te schenken aan verbreeding van den ver keersweg nabij de brug. H. Een effecten-firma riep de tusschenkomst der Kamer in om een latere briefbestelling in de stad te verkrijgen. Dy onderzoek bleek dat slechts door verlating nog zouden kunnen worden besteld brieven herkomstig van Leiden en Haarlem. 45 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 34

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1136