36 8 Door bemiddeling van het Bouw- en Woningtoezicht werd een vervuild terrein aan de Fultonstraat, waar over geklaagd was, gereinigd en door een schutting van den openbaren weg afgescheiden. werden in handen gesteld van het Bouw-en Woningtoe zicht, terwijl één klacht ter kennis werd gebracht van Burgemeester en Wethouders. Dit geval betrof een on voldoend ingerichten paardenstal (tevens gebruikt als rookerij van vleesch) in een pakhuis aan de Jacob Catsstraat. Burgemeester en Wethouders berichtten de Commissie, dat de houder van het pakhuis de stalling gestaakt heeft en voor de in den stal aanwezige rookerij vergunning heeft verkregen. De door het Bouw- en Woningtoezicht behandelde klachten betroffen een onvoldoend afgedekten mestput achter een per ceel aan de Vos in Tuinstraat; een paardenstal met mestput achter perceelen aan de Heerengracht; een mestverzameling achter een perceel aan den Denneweg een paardenstal in een pakhuis aan de Cronjéstraat. In de eerste 3 gevallen rapporteerde het Bouw- en Woningtoezicht, dat na gepleegd overleg de mest ver wijderd was; in het laatste geval werd de stalling opgeheven. De beide in het vorig verslag genoemde klachten, welke in het laatst van 1913 nog bij de Commissie in behandeling waren, betroffen twee paardenstallen zonder mestput in perceelen aan de Katwijkstraat en een paardenstal in een pakhuis aan de Schiestraat. Beide klachten werden ter kennis gebracht van Bur gemeester en Wethouders, met het gevolg dat eene aanschrijving tot verbetering door het Gemeentebestuur werd uitgevaardigd. Nog werd de aandacht der Commissie gevestigd op een mestput in een hofje aan de Assendelftstraat. Door bemiddeling van het Bouw- en Woningtoezicht werd de mestput geledigd en buiten werking gesteld, terwijl het huisvuil thans in daartoe speciaal vervaardigde ijzeren bakken door de Gem. Reiniging wordt weggehaald. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE i’l

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1157