15 36 kenis kan zijn. Zij wijst op het voorbeeld van Amsterdam en vervolgt: „Ook hier ter stede zal men geen ijzer met handen „kunnen breken, doch een periode van ontwikkeling „moeten doormaken, zooals Amsterdam nu achter „den rug heeft. Bovendien zal hier, doordat het „particulier initiatief jarenlang door de houding der „Gemeente ontmoedigd is, die ontwikkeling onder „minder gunstige omstandigheden aanvangen en „daardoor wellicht langzamer voortschrijden dan „in de hoofdstad. „Oogenblikkelijke ruime voorziening is dus van „den in uitzicht gestelden steun aan vereenigingen „niet te wachten. En toch is de tegenwoordige „toestand zoo, dat zulke voorziening dringend ge- „boden is.” Hoe die toestand is, wordt dan met cijfers aangetoond, voor Scheveningen en voor Den Haag (stadsgedeelte). Te Scheveningen ontbreekt elke woningreserveeen menigte onbewoonbaar verklaarde woningen blijven voortdurend in gebruik; één kleine woning herbergt vaak twee, drie, vier gezinnen. En dan zijn nog ont eigeningen aan de orde voor den verkeersweg Prins WillemstraatBadhuiskade en voor de opruiming van het slechte complex PronkstraatWeststraat, terwijl in de toekomst andere gebrekkige buurten eveneens voor amotie in aanmerking komen. Maar, is in dit deel der Gemeente de toestand het allerergst, ook voor Den Haag' is spoedige voorziening noodig. Uit ambtelijke gegevens blijkt van splitsing van woningen, stijging van huren, weren van groote gezinnen, daling van het aantal onbewoonde woningen, onmogelijkheid om te komen tot de ontruiming van onbewoonbaar verklaarde VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. Reeds eerder was de aandacht der Commissie gevallen op de inkrimping van den woningvoorraad, die het gevolg zou zijn van de voorgenomen onteigeningen voor den aanleg van verkeerswegen, zoowel in Scheveningen als in Den Haag. Mede naar aanleiding van hetgeen hierover was opgemerkt in de afdeelingen van de Tweede Kamer, stelde zij een onderzoek dienaangaande in en bracht de uitkomsten daarvan, bij schrijven van 20 Juni, ter kennis van het Gemeentebestuur. Bij het kort daarop gepubliceerde voorstel van Burgemeester en Wethouders werden meer gedetailleerde ambtelijke gegevens over dezelfde zaak overgelegd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1164