36 52 belang bepaalde handelingen verboden worden. Zoodanige inbreuk op de vryheid moge soms zeer onaangenaam zijn, in theorie onjuist kan slechts de anarchist haar achten. Het geldt hier bovendien niet alleen de vrjjheid van „den burger” om voor zichzelf genezing te zoeken, maar tevens het belang der kinderen, die zich niet kunnen verweren tegen onverstandige ouders of voogden, die hen aan kwak zalvers overleveren. Dat overigens een zeer groot algemeen belang betrokken is bij de voorkoming van verspreiding van besmettelijke ziekten door toepassing van verkeerde geneesmethoden, behoeft wel geen betoog. In de tweede plaats kan „de burger”, waarvan hier ge sproken wordt, niet geacht worden in staat te zijn „wel te overwegen”, wat aan zijn genezing bevorderlik zal kunnen zyn. Indien in den loop der eeuwen op medisch gebied iets is komen vast te staan, dan is ’t wel dit, dat de leek, en vooral de leek, die tevens patiënt is, in het algemeen niet de noodige wetenschappelyke kennis bezit om te kunnen beoordeelen, wat hem schort, wat de oorzaak is van zyn ziekte en hoe daartegen met kans op succes valt op te treden. Juist dAdroni zyn ten allen tijde door patiënten geneeskundigen geraadpleegd. Er zijn weliswaar ook ver scheidene leeken, die „zelf dokteren”. Maar niemand, die het wel meent met de volksgezondheid, zal het als een ideaal kunnen beschouwen, dat iedere patiënt naar eigen inzicht genezing zoekt. En al is het theoretisch niet gewenscht en practisch ondoenlyk, om alle „zelf-dokteren” te verbieden, daarmede is niet gezegd, dat het theoretisch niet volkomen juist zou zijn te achten, te beletten, dat de patiënten in massa genezing gaan zoeken by lieden, die zonder den waarborg te bieden, dat zy de kunst van genezen verstaan, er hun beroep van maken het vertrouwen der patiënten op te. wekken, dat zy hen kunnen genezen, zonder dat die patiënten in staat zijn objectief te beoordeelen of voor dat vertrouwen eenige grond aanwezig is. In de derde plaats wordt hier inderdaad aan „den burger” zelf geen beletsel in den weg gelegd. Onze wetgeving straft niet den burger, die zich tot den kwakzalver of onbevoegde wendt, maar alleen dien onbevoegde of kwakzalver zelf. Ware het anders, wellicht had de kwakzalvery niet zulk een groote vlucht genomen. Maar voorshands kan dit theo retisch bezwaar der adressanten geen hout snyden. 3. Dat handhaving van het z.g. artsenmonopolie het aan gewezen middel is tot bescherming van de burgerij tegen bedrog en van de openbare gezondheid tegen knoeiery, meent niemand. Want daartoe is nog veel meer noodig. Maar dat het niet gemist kan worden in het complex van VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1198