36 53 maatregelen tot bescherming der openbare gezondheid, blykt reeds uit het bovenstaande voldoende. 4. In de practyk onjuist achten de stellers van ’t adres het, te meenen dat er geen gevallen zijn, waarin de beroeps kennis van den arts niet, doch andere middelen en methoden wel genezing kunnen brengen. Dit kan grif worden toegegeven, om de eenvoudige reden, dat de tegenstelling niet deugt. De beroepskennis van den arts brengt nimmer genezing, doch is de noodzakelijke voor waarde voor de juiste toepassing van middelen en methoden welke genezing kunnen brengen. De stelling, dat de arts, die wetenschappelyk geschoold is, niet alle middelen en methoden kent, welke genezing brengen, is slechts van theoretische waarde en werd hierboven sub 1 behandeld. Practisch is alleen dit de vraag: worden heden ten dage middelen en methoden toegepast, die genezing kunnen brengen en welke de arts niet kent? Dagelijks worden nieuwe geneesmiddelen en geneesmethoden gevonden. Een arts, die zich niet op de hoogte houdt van den vooruitgang der wetenschap, neemt daarvan wellicht geen kennis. Maar over het geheel dringen werkelijk goede, beproefde genees middelen en methoden spoedig genoeg bij het meerendeel der artsen door, dank zij de geneeskundige vaktijdschriften. Daarop kunnen de stellers van ’t adres dus niet het oog hebben gehad. Zij moeten hebben gedacht aan reeds gedu rende min of ineer geruimen tyd bestaande middelen en methoden tot genezing. En nu zij de vraag herhaald: kent de arts die inderdaad niet? Of is niet veeleer de reden, dat hy sommige daarvan niet toepast, hierin gelegen, dat hij op grond van zyn wetenschappelijke opleiding hun ge neeskrachtige waarde in twijfel trekt of betwist? En is het niet in het belang der patiënten, dat de medicus, waar hij de keus heeft tusschen verschillende geneesmiddelen en methoden, by voorkeur die toepast, welke in het door hem te behandelen geval proefhoudend zyn bevonden en niet middelen en methoden, die in dat geval van twijfelachtige waarde of van onwaarde zijn? 5. Maar de stellers van het adres achten het practisch onjuist, te meenen dat medische wetenschap en vakkennis veelzydig genoeg zyn om binnen haar gebied ook de toe passing van alle andere geneeswijzen die nuttig kunnen zyn, te omvatten. Dit is een gratuite bewering, in stryd met de feiten. Vaak genoeg is door de medici reeds in ’t licht gesteld, dat zij allerminst miskennen de waarde van de meest verschillende geneesmiddelen en geneeswijzen, onder daze belangrijke mits evenwel, dat zy zullen hebben te beoordeelen, in welk VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1199