36
54
van een of meer dier middelen of methoden
geval de toepassing
geïndiceerd is.
Dit geldt met name omtrent de psychische geneesmethoden,
welke waarlijk niet aan de medici onbekend zijn. Indien
de stellers van het adres daarvan iets meenen af te weten,
houden zij dan inderdaad de medici voor zoo onwetend,
zoo totaal geïsoleerd van hun gansche omgeving om te
onderstellen dat dezen daarvan niet minstens evenveel
zouden afweten? Elk huisdokter kent de waarde, die het
vertrouwen van den patiënt in eenige geneeswijze kan
spelen by de genezing van sommige kwalen. Maar hij kan
beter beoordeelen dan de stellers van het adres of daarnaast
die geneeswijze an und für sich eenigen genezenden invloed
op de kwaal uitoefent. En nu zijn de medici over het geheel
van oordeel, dat met name het z.g. magnetisme, buiten den
psychischen invloed, welke de toepassing daarvan op den
patiënt heeft, geen zelfstandige, objectieve, genezende kracht
zou hebben, omdat tot dusverre een specifieke, magnetische
uitstraling niet is aangetoond. Andere medici intusschen, o.a.
de arts Lize Dectmann, hier ter stede, zyn daaromtrent
een afwijkende meening toegedaan. Maar ook dezen zijn
terecht van oordeel, dat de arts zal hebben te beslissen
omtrent de toepassing van deze geneeswijze. Waar dus in
de praktijk blijkt, dat de medici zich wel degelijk met der
gelijke geneesmethoden inlaten verschillende specialisten
op psychiatrisch en neuropathisch gebied hebben er speciale
studie van gemaakt verliest het sub 5 aangevoerde allen
grond.
6. Niemand meent dat iedere onbevoegde uitoefening van
de geneeskunde boerenbedrog, kwakzalverij of onbehoorlijk
is. Zelfs de wet meent dit niet. Want zij laat het uitoefenen
van de geneeskunst door onbevoegden zelfs toe, wanneer
daartoe noodzaak bestaat. Men denke b.v. aan het ver-
leenen van eerste hulp by ongelukken. Onder de onbevoegden,
die de geneeskunst buiten noodzaak als beroep uitoefenen,
zyn er ongetwijfeld verscheidenen die ter goeder trouw zijn.
Maar het standpunt van den wetgever is geweest, benadeeling
van de volksgezondheid te voorkomen. En die benadeeling
kan evenzeer het gevolg zijn van geneeskundigen raad en
bijstand van onbevoegden, die dezen te goeder trouw ver-
leenen, als van boerenbedriegers en kwakzalvers. Terecht
wordt daartegen dus met straffen ingegrepen.
W’at verder in het adres wordt aangevoerd, behoeft niet
in den breede te worden besproken, aangezien het slechts
de uitwerking is van de zes, hierboven behandelde stellingen.
Slechts wenscht onze Commissie er op te wyzen, dat de
opmerking, dat ook menig arts vaak alleen door raden en
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.