36
55
gissen, door intuïtie of een gelukkigen greep komt tot de juiste
diagnose en de juiste behandeling, niet als motief kan gelden
om nu den eisch van wetenschappelijke opleiding voor de
toepassing der geneeskunst maar overboord te gooien. De
stellers van het adres zullen toch moeten toegeven dat die
geneeskundige het meest bereikt die een gelukkige intuitie
vereenigt met wetenschappelijke kennis en dat, waar de
eerste ontbreekt, de laatste nog veel kan goedmaken, terwyl
de aanwezigheid van de eerste alleen zonder wetenschap
pelijke kennis niet vry waart voor bedenkelijke flaters. Boven
dien, hoe klein is het aantal der „gelukkige grepen” tegen
over het aantal bedenkelijke misgrepen, zelfs van lieden
die hun vak verstaan! En is het niet aannemelijk dat dit
aantal by ongeschoolde, onwetende personen nog veel grooter
moet zijn? Wat men „intuïtie” noemt, is zoo vaak niets
anders dan het zonder bewust nadenken in practyk brengen
van het vroeger met vrucht geleerde.
Het in ’t adres vermelde lijstje van geneeskundig inzicht
en geneeskundige behandelingen, waarover de officieele ge
neeskundige niet beschikt, is een verzameling van genees
methoden, welke zy 't soms onder anderen naam elk
op hun beurt door huisartsen of door specialisten worden
voorgeschreven of toegepast. Waartegen alleen en terecht
bezwaar gemaakt wordt, is het overlaten aan onbevoeg
den van de beoordeeling der vraag, in welke gevallen die
toepassing zal hebben te geschieden.
Dat by die onbevoegden soms heil wordt gevonden, zelfs
door personen, die tevergeefs by artsen heil hadden gezocht,
valt niet te ontkennen, gegeven de hierboven reeds genoemde
psychische factor van het vertrouwen van den patiënt in
bepaalde geneesmethoden of personen met beweerde gene
zende gave. Maar tegenover die enkelen staan de talloozen,
die hun geld en hun gezondheid, vaak hun leven door het
inroepen van de hulp dier onbevoegden verliezen. Overigens
speelt bij de vermelding van z.g. genezing door onbevoegden
vaak de bekende verwarring tusschen het post en propter
een rol.
De stellers van het adres trachten ook de tegenwerping
tegen hun betoog te ontzenuwen, dat al de methoden waarop
zij het oog hebben, kunnen en moeten worden toegepast
op indicatie van en onder toezicht van een arts. Zij beweren
dat die methoden gelegen zyn buiten hun vakgebied en
dat het niet gewaarborgd is dat zij er voldoende over kun
nen oordeelen en onbevangen genoeg tegenover staan.
Gelyk hierboven reeds sub 5 in het licht werd gesteld,
is dit ten eenenmale onjuist. Integendeel, alleen de medicus
is in staat te beoordeelen, in welke gevallen een dergelijke
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.