Bjjlage 38A
In 1914 werd van de Vereeniging buitengewone krachts
inspanning gevorderd.
Niet alleen dat door de burgerij meer dan in de vooraf
gaande jaren van onze badhuizen gebruik werd gemaakt,
maar ook kwamen dezen ten goede zoowel aan de door de
mobilisatie onder de wapens geroepen militairen als aan de
talrijke vluchtelingen, welke ook te ’s Gravenhage uit België
toestroomden.
Het Bestuur bleef als in vorige jaren samengesteld als volgt:
Dr. W. P. Ruysch, Voorzitter, H. C. van Ruyven, Onder
voorzitter, Mej. A. M. Douwes Dekker, Secretaresse, B. J.
Paardekooper, Penningmeester, Mevr. W. C. F. Furnée-Ruysch,
W. van Boven en J. J. ten Have, leden van het Bestuur.
Het aantal leden bedroeg 102.
Het personeel kweet zich wederom met toewijding van zijn
taak. De door de mobilisatie opgeroepen badmeester J. Visser
van de inrichting aan den Z. W. Buitensingel 121 werd tijdelijk
vervangen door diens zoon J. Visser Jr.
Nevens de beide onder de Vereeniging in werking gestelde
badhuizen werd door de Vereeniging nog van de Neder-
landsche Vereeniging voor Volks- en Schoolbaden in huur
genomen het verplaatsbare badhuis dier Vereeniging, welk
badhuis in Augustus aan den Kranenburgweg hoek Laan
van Meerdervoort werd opgesteld en 26 Augustus voor het
publiek werd opengesteld.
Gelijktijdig werden op ruime schaal onder de militairen
en vluchtelingen circulaires verspreid, waarin de openstelling
werd vermeld.
Het totaal aantal baden bedroeg 96.093, waarvan in de Jan
van Goyenstraat 56.839, aan den Z. W. Buitensingel 38.155
en aan den Kranenburgweg 1.099.
Het gespecificeerd aantal baden aan de Jan van Goyen
straat bedroeg in 1914:
VERSLAG van de Vereeniging „Volksbad”
te ’s-Gravenhage, over het jaar 1914.