I 2 heer Driessen, onder-Voorzitter, maakte zich tot tolk van de gevoelens der vergadering, er aan herinnerde hetgeen door den heer Jansen sedert vele jaren voor het Comité, en inzonderheid ook voor het Comité voor de luisterrijke viering van het Eeuwfeest van Neerlands onafhankelijkheid, was gedaan geworden. Onder hartelijk applaus van de ver gadering noodigde de heer Driessen den heer Jansen uit, op het genomen besluit te willen terugkomen. De heer Jansen, ten zeerste getroffen door de hartelijke woorden van den heer Driessen en het applaus der vergadering, deelde echter mede aan het geuit verlangen niet te kunnen voldoen, aan gezien hy zijn besluit niet dan na zeer ernstige overwegingen had genomen. Daarop werd, op voorstel van den heer Driessen, de heer Jansen, by handgeklap, benoemd tot Eerelid, welke benoeming de heer Jansen verklaarde gaarne te aanvaar den. Van deze benoeming werd den heer Jansen in eene buitengewone vergadering, onder eene hartelyke toespraak van den sedert benoemden Voorzitter Jhr. Mr. Dr. W. Röell, een diploma uitgereikt. Het diploma, ontworpen en vervaar digd door het Comitélid, den heer A. C. Sommer, getuigt van eene voorname en artistieke opvatting. De heer Jansen verklaarde zeer gevoelig te zyn voor de hem gebrachte hulde en hij bracht inzonderheid een woord van dank aan den Voorzitter voor zyn hartelyke woorden en den heer Sommer voor zijn voortreffelyken artistieken arbeid. Ook de heer Mr. G. A. van Haeften deelde mede, dat hy wegens drukke bezigheden ontslag nam als lid van het Comité. De redenen van het ontslag eerbiedigende, zjj hier den heer van Haeften een woord van dankbare hulde gebracht voor hetgeen door hem gedurende vele maanden met betrek king tot den historischen optocht in 1913 is gedaan geworden. Ter vervulling van de vacature van Voorzitter werd in de vergadering van 5 Maart Jhr. Mr. Dr. W. Röell als zoo danig benoemd. De heer Röell, in de vergadering tegen woordig, verklaarde, onder dankbetuiging voor het in hem gestelde vertrouwen, de beslissing omtrent het aannemen der benoeming te willen aanhouden. Den 7den Maart d. o. v. mocht het bericht worden ontvangen, dat de heer Röell de benoe ming aannam. In de vergadeing van 27 Maart d. o. v. werd de heer Röell als Voorzitter geïnstalleerd. Het Comité was op 31 December samengesteld als volgt: E. C. Baron Sweerts de Landas Wyborgh, Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, Beschermheer; Jhr. Mr. Dr. H. A. van Karnebeek, Burgemeester, Eere- Voorzitter; Jhr. Mr. Dr. W. Röell, Voorzitter, R. H. Driessen, Onder-Voorzitter; L. P. van der Heyden, Secretaris; G. C. VERSLAG COMITÉ VOLKSFEESTEN’.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1233