I
I
I
Byiage 47
VERSLAG omtrent den toestand van het Christelijk
Gymnasium te s-Gravenhage in het jaar 1914.
bevoegd tot het docee-
ren van Latijn, Grieksch
en Geschiedenis;
In het College van Directeuren der Vereeniging voor
Christelijk Voorbereidend Universitair Onderwas, gevestigd
te Utrecht, waarvan genoemd gymnasium uitgaat, ontstonden
in het jaar 1914 twee vacatures door het overlijden van den
Voorzitter, den heer J. E. N. Baron Schimmelpenninck van
der Oye van Hoevelaken, en het aftreden van den heer
Dr. B. van Meer. De eerstgenoemde vacature duurt nog
voort, in de andere werd voorzien door de verkiezing van
den heer Ds. A. B. te Winkel. Het College is nu samen
gesteld uit de heeren:
J. S. F. van Hoogstraten, te Arnhem, Waarnemend Voor-
zittter;
Mr. J. Schokking, te Leiden, Secretaris;
J. P. C. ten Geusendam, te Achttienhoven, Penningmeester
Jhr. Mr. F. H. Radermacher Schorer van Nieuwerkerke,
te Utrecht:
D. J. Middelbeek, te Utrecht;
Ds. A. B. te Winkel, te Arnhem.
In het College van Curatoren van het Christelijk Gymna
sium te ’s-Gravenhage kwam een nog onvervulde vacature
door het aftreden van den heer Mr. H. A. van de Velde.
In het Curatorium hebben thans de volgende heeren zitting
Mr. R. van Veen, Voorzitter;
Dr. E. J. W. Posthumus Meyjes, Secretaris;
Dr. G. A. Hulsebos;
Mr. Caesar Voute.
Het leerarenpersoneel bleef onveranderd. Alleen vertoeft
de heer E. Roche, leeraar in het Fransch, sinds Augustus
in Franschen krijgsdienst en is gedurende diens afwezigheid
als tijdelijk leeraar in het Fransch aangesteld de heer
G. de Groot. Het onderwijs werd door de volgende heeren
en dames gegeven:
Dr. E. H. Renkema, Rector,
Dr. W. F. Stutterheim, Conrector,
Dr. A. G. Wientjes,
Mej. Dr. M. G. F. Renkema,