47 8 Scheikunde (B 1 uur). Organische scheikunde: behandeling van enkele hoofdgroepen der koolstofverbindingen. Natuurkundige Aardrijkskunde (B 1 uur). Eenige hoofd punten. Hebreeuwsch (2 uur facultatief). Voortzetting der gramma tica. Oefeningen. Lectuur van proza en poëzie. Van het einde der Kerstvacantie op Dinsdag 6 Januari af, werd op alle werkdagen les gegeven, met uitzondering van de vaeantietijden 9 tot 21 April, 2 Juni, 4 Juli tot 3 September en 19 tot 31 December. De lessen werden dage lijks geopend met gebed en het lezen van een gedeelte der Heilige Schrift, en gesloten met dankzegging. De schooltijden waren des Maandags, Dinsdags, Donderdags en Vrijdags van 9 tot 12 en van 1.45 tot 3.45 (op sommige middagen in enkele klassen tot 4.45), des Woensdags en Zaterdags van 9 tot 1, op beide laatstgenoemde dagen met eene pauze van een kwartier tusschen het tweede en het derde lesuur. Van begin September af is in enkele klassen des Woensdags middags les gegeven, terwijl voor bedoelde klassen hetzij de Dinsdag hetzij de Donderdagmiddag vrij was. Het facultatieve onderwijs in het Hebreeuwsch in de vijfde en zesde klasse vond deels op morgenuren van 8 tot 9, deels op namiddaguren na het eindigen der verplichte lessen plaats. Het aantal der leerlingen beliep op 1 Januari 1914 83 en een auditor, en wel in de eerste klasse 19, in de tweede 20, in de derde 11, in de vierde 14, in de vijfde 11 en één auditor, in de zesde 8. Op 1820 Juni 1914 had het eindexamen plaats onder toezicht van de heeren prof. Dr. P. H. Damsté, prof. Dr. J. J. A. A. Frantzen en prof. Dr. P. Zeeman als gecommit teerden vanwege Z.Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken. Van de zeven leerlingen, die aan het examen deel namen (één leerling der zesde klasse had sinds eenige maan den wegens ziekte het onderwijs niet kunnen volgen) wer den vier toegelaten tot de studie in de faculteiten der godgeleerdheid, der rechtsgeleerdheid en der letteren en wijsbegeerte, één tot die in de faculteiten der geneeskunde en der wis- en natuurkunde. Twee leerlingen moesten wor den afgewezen. Van de 70 leerlingen, over wier bevordering tot een hoogere klasse aan het einde van den cursus 1913/14 moest worden beslist, werden 10 bevorderd naar klasse II, 7 niet bevorderd naar klasse II, 10 bevorderd naar klasse III, VERSLAG OMTRENT HET CHRISTELIJK GYMNASIUM.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1270