4
130
Het geschil tusschen de Gemeente en den Staat, over
het recht van eigendom van den Hofvijver, is in hooger
beroep bij het Gerechtshof aanhangig (zie jaarverslag
over 1913, bladzijde 137). Den 7en September is voor
de Gemeente geconcludeerd. De conclusie van antwoord
is voor het Rijk nog niet genomen.
In verband met den voorgenomen bouw van volks
woningen op het Gemeenteterrein aan de Z. W. zijde
van het afvoerkanaal, werd in de Raadsvergadering
van 19 October het aanleggen en rioleeren van straten
daar ter plaatse goedgekeurd en daarvoor een bedrag
van f 37.500,toegestaan. De aanbesteding had plaats
op 1 October.
In de Raadsvergadering van 16 Februari werd goed
gekeurd een voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het aanbieden van de koopsommen en schadever
goedingen voor het verkrijgen van de perceelen, bij
Kon. Besluit van 14 Juni 1913 No. 61 (zie jaarverslag
over 1913 bladzijde 138) aangewezen voor onteigening
ten behoeve van de stichting van een lagere school
met speelterrein aan de Hooge Prins-Willemstraat te
Scheveningen. De eigendom der perceelen kon niet bij
minnelijke overeenkomst worden verkregen, in verband
waarmede in de Raadsvergadering van 18 Mei werd
besloten tot onteigening te procedeeren overeenkomstig
het bepaalde bij Art. 18 der Onteigeningswet.
Bij vonnis van de Arrondissements-Rechtbank van
7 Juli w erd de onteigening van een deel der perceelen
uitgesproken, voor de overige perceelen heeft het onder
zoek in loco door de deskundigen plaats gehad.
In de Raadsvergadering van 16 November werd be
sloten tot aanleg van een rijweg naar het gebouw met
restauratielokalen in de z.g. „Boschjes van Poot”, en
daarvoor een bedrag van f 6600,toegestaan.
Nadat het Kon. Besluit van 6 Januari 1914 No. 9,
houdende eindaanwijzing der voor het doortrekken en
verbreeden van de Lekstraat te onteigenen perceelen
in de Staatscourant van 16 Januari d.a.v. was versche
nen (zie noot op blz. 137 van het jaarverslag over
-