By lage 51
Toestand Gebouw.
a.
b. Onderwijzend- en dienstpersoneel.
In den gebrekkigen toestand van het gebouw kwam in
het afgeloopen jaar geen verbetering. De in het jaar 1911
afgebroken onderhandelingen, intusscben met het dage-
lijksch bestuur der gemeente ’s-Gravenhage, zijn weder
opgevat. Het streven der commissie blijft er op gericht
door de stichting van een nieuw gebouw het onderwijs aan
het conservatorium l>eter dan thans kan geschieden, te doen
beantwoorden aan de hooge roeping der Koninklijke in
stelling.
Reeds meerdere malen was in de vergadering van de
Commissie van Toezicht de wensehelijkheid besproken van
de oprichting van eene klasse voor dramatisch zangonder
wijs, zooals deze aan verschillende buitenlandsehe conser
vatoria bestaat. Het gemis van eene dergelijke klasse werd
als eene leemte in het onderwijs gevoeld. Ten gevolge van
bijzondere omstandigheden is het in het afgeloopen jaar
mogelijk gebleken deze leemte aan te vullen.
Mejuffrouw Cornelie van Zanten, die te Berlijn aan het
hoofd stond van eene door haar gestichte klasse voor dra
matisch zangonderwijs, kwam ten gevolge van den oorlog
naar Nederland en verklaarde zich bereid de leiding van
eene operazangklasse aan onze instelling op zieh te nemen.
Aan de zeer gewaardeerde medewerking van Uwe Excel
lentie was het te danken, dat mej. van Zanten den 15den
VERSLAG aan Zijne Excellentie den Minister van
Binnenlandsche Zaken over den toestand van
het Koninklijk Conservatorium voor Muziek te
's-Gravenhage, over het jaar 1914.
Overeenkomstig het voorschrift van art. 9 van het Regle
ment hebben wij de eer Uwe Excellentie het navolgende te
berichten: