51
2
VERSLAG CONSERVATORIUM VOOR MUZIEK.
October 1914 (enkele weken na hare komst in Nederland)
reeds hare lessen aan het conservatorium kon aanvangen.
In verband met de omstandigheid dat zij reeds dadelijk
een zestal leerlingen in hare klasse medebracht, werd hare
bezoldiging, als tijdelijk leerares, overeenkomstig het voor
stel van onze commissie, door Uwe Excellentie bepaald op
f 1000 per jaar.
De commissie volgt met belangstelling de ontwikkeling
van deze klasse, ten gevolge van welker oprichting het
conservatorium ook ten aanzien van dit deel van het onder
wijs op gelijke lijn is komen te staan met de groote instel
lingen voor muziek in het buitenland. Zij heeft de groote
voldoening te kunnen bemerken, dat de belangstelling voor
deze klasse steeds stijgt; zij twijfelt er niet aan, dat in den
vervolge vele zangers en zangeressen, die onder de vroegere
omstandigheden verplicht zouden zijn geweest zich voor de
studie in den operazang naar het buitenland te begeven,
zich thans aan onze instelling zullen verbinden. De naam,
die mej. van Zanten als zang-paedagoge heeft (zij telde
Tilly Koenen, Thom Denijs, mevr. Denijs en Jac. Uflus
onder hare leerlingen) wettigt deze verwachting.
Op 1 Augustus 1914 was het veertig jaar geleden dat de
lieer C. L. W. Wirtz als leeraar aan het Conservatorium
werd verbonden. Te midden van een grooten kring van zijne
leerlingen en oud-leerlingen, van de leeraren, den directeur
en de Commissie van Toezicht werd hem op 9 Juli 1914, na
afloop van de jaarlijksche overgangsexamens vóór deil
aanvang der groote vacantie, eene huldiging bereid, waar
door ook omdat zij voor hem onverwacht kwam de
jubilaris zeer was getroffen.
Aan het door de commissie aan Uwe Excellentie gedaan
verzoek om de tijdelijke leeraressen mej. Toos Hoog en
Rosa Spier tot vaste leeraressen te benoemen, kon door
Uwe Excellentie vooralsnog geen gevolg worden gegeven
met het oog op het door de Regeering genomen besluit om
onder de heerschende omstandigheden niet dan in geval
van dringende noodzakelijkheid de omzetting van tijdelijke
aanstellingen in vaste te bevorderen.
In April van het jaar 1914 overleed de administrateur
A. J. Ackermann. In hem verloor het Conservatorium een
nauwgezetten werker, die in de lange reeks van jaren,
waarin hij eerst als leeraar in het pianospel, daarna als
bibliothecaris, later als administrateur aan het Conserva
torium verbonden was, zich onderscheidde door bijzondere
toewijding bij zijn arbeid.
In diens plaats werd met ingang van 15 Juni 1914 tot
administrateur benoemd de heer C. Nijenhuis, oud-hoofd-