51
5
VERSLAG CONSERVATORIUM VOOR MUZIEK.
Uit dezen staat blijkt o.m., dat het onderwijs werd gege
ven, behalve door den directeur, door 32 leeraren en leera-
ressen, en dat het aantal leerlingen, in de verschillende
klassen ingedeeld, 1075 bedroeg en het aantal wekelijksche
lesuren 451, tegen respectievelijk 1119 en 456 in het vorige
jaar.
Door 23 leerlingen uit de hoogste klassen werd aan min
gevorderden les gegeven.
Van de 329 leerlingen betaalden 236 schoolgeld; de overi
gen ontvingen kosteloos onderwijs.
Van elders kwamen 55 leerlingen, n,l. uit: Arnhem 1,
Bergen op Zoom 1, Delft 7, Deventer 1, Gorinchem 1, Gouda
5, Groningen 1, Heerenveen 1, Leiden 7, Meerkerk 1, Naald
wijk 1, Noordwjjk aan Zee 2, Rotterdam 6, Rijswijk (Z.-H.) 4,
Schiedam 6, Utrecht 1, Voorburg 5, Wassenaar 1, Zegwaard
1 en Zwolle 2.
In den loop van het jaar 1914 verlieten 84 leerlingen om
verschillende redenen het Conservatorium.Daarvan namen
48 leerlingen deel aan het eindexamen, waarvan er 46
slaagden, te weten:
Voor piano (onderwijskunst), de dames J. W. Heinrici
H. P. J. van der Lee, A. M. Maronier (met onderscheiding).
M. J. H. Batenburg (met onderscheiding), H. C. Oosthout.
M. C. Engelman, C. J. Klööte, C. C. van Emmerik (met
onderscheiding), E. M. C. Oerlemans (met onderscheiding),
R. Fresco, M. C. Erasing, C. H. Heine en N. Eyl;
de heeren: P. Th. Zwetsloot, A. A. de Hoogh en H. van
Wezel, welke laatste tevens slaagde voor violoncel (onder
wijskunst).
Voor viool (onderwijskunst), de dames N. G. J. Hendriks,
H. W. A. Mensink en A. Pino;
de heeren: B. Fresco, H. S. Wouters, J. H. S. B. Damen,
I. J. Landheer, P. A. Veenstra, welke laatste tevens slaag
de voor hoorn (solo- en orkestspel) en H. H. van der Vegt
(met onderscheiding).
Voor violoncel (onderwijskunst), mej. W. L. van Aken.
Voor zang (onderwijskunst), de dames E. C. Gravelotte
en J. L. Solleveld.
Voor piano (solospel), de dames J. C. van Erpecum (met
onderscheiding), P. A. Pop (met onderscheiding), M. Th.
Faure en E. E. G. Ernste;
de heeren C. W. Sommer en J. H. Jalink, laatstgenoemde
met bijzondere onderscheiding.
Voor viool (solospel), de dames C. E. van Raveuswaay
en A. S. Deirkauf, welke laatste tevens slaagde voor viool
(orkestspel); de heer C. L. Wisse, die tevens slaagde voor
viool (orkestspel) en clarinet (solo- en orkestspel).