52 8 VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN. het Engelsch-Indiseh-, Japanseh- en De zelfde leeraar ondernam den 19en Februari met 15 leerlingen van den M. O. Teekenaktencursus 2de studiejaar, een excursie naar de beide Ethnographische Museums te Leiden. ’s Morgens werd een bezoek gebracht aan het Neder- landseh Indische Museum. Hier werden onder leiding van den conservator den heer H. W. Fischer, achtereenvolgens de metaalbewerkingen, het weven en batikken met voor beelden aangetoond. ’s Middags werd het Engelsch-Indiseh-, Japanseh- en Chineesche Museum op het Rapenburg bezocht. Hier was de heer Dr. M. A. de Visser ons de welkome deskundige gids. Na afloop werd een bezoek aan den Burcht gebracht. Het Oudheidskundig Museum te Leiden, was op 11 No vember 1913 het doel van een excursie met 15 leerlingen der M. O. klasse, 2de studiejaar, onder leiding van den leeraar J. van Breen. Bezichtigd werden de Egyptische en Voor- Historische afdeelingen. In den morgen had de heer Dr. P. A. A. Boeser de welwillendheid ons gedurende 5/4 uur in de benedenzalen van de Egyptische afdeeling rond te ge leiden. Hierbij profiteerden allen zeer van zijn kennis. Zijn belangwekkende opmerkingen verduidelijkte hij door verschillende voorwerpen uit de kasten van nabij te laten bezien. Na afloop werd onder leiding van bovenge noemden leeraar de artistieke waarde van deze steenen kunstvoorwerpen toegelicht. In den namiddag werden de Egyptische kunstnij verheid - verzamelingen op de bovenverdieping en de voor-histori- sehe afdeelingen bezichtigd. De modellen der hunnebedden en de voorwerpen uit het bronstijdperk trokken hier zeer de aandacht. was verleend door den Secretaris-Generaal van het Hof van Arbitrage. De excursie, welke plaats had op uren dat dit paleis niet ter publieke bezichtiging was opengesteld, was belangwekkend doordat de bouwmeester J. A. G. van der Steur, bouwkundig-ingenieur, voor kundige leiding had zorggedrageli, waardoor het niet ontbrak aan toelich tingen, welke bij zulk een speciale bezichtiging van het uitwendige, inwendige en den tuin onmisbaar zijn. Het mag worden verwacht, mede doordat een vooraf gaand lesuur aan den opzet en de prijsvraag van dit monu ment was gewijd, dat dit bezoek niet zonder vrucht is gebleven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1387