52 9 VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN. De in het vorige jaar uitgeschreven wedstrijd uit het legaat van Vrouwe Vigelius werd in de maand Augustus ge houden. De ingekomen antwoorden op de prijsvragen wer den beoordeeld door een jury, bestaande uit de kunstschil ders Prof. A. J. Der Kinderen te Amsterdam, J. F. H. Kever te Laren, Fl. Arntzenius, Albert Roelofs en H. J. van der Weele, te ’s-Gravenhage. Er waren 50 werkstukken ingekomen, waarvan de vol gende door de jury in aanmerking gebracht werden om te worden bekroond: Prijsvraag I, de inzending onder het motto „G”, met den uitgeloofden prijs van f 100.Vervaardiger bleek te zijn de heer Jean Hentzen te Brussel. Prijsvraag II, de inzending onder het motto „Hony soit qui mal y pense”, met den uitgeloofden prijs van f 100. Vervaardiger de heer J. Troquet, te Wijck bij Maastricht. Prijsvraag III, de inzending onder het motto „Philaltin- gia II”, met den uitgeloofden prijs van f 300.Vervaardi ger de heer Fokko Mees, oud-leerling der Academie, te ’s-Gravenhage. Prijsvraag IV, de inzending onder het motto „Nieuw Tes tament”, met den uitgeloofden prijs van f 500.—. Vervaar diger de heer H. Meijer, te Haarlem. Aan de bekroonde inzending in de prijsvraag IV heeft de jury tevens toegekend den om de negen jaar voorko menden prijs van f 1000.—. De ingezonden werkstukken zijn gedurende eenige dagen in het openbaar tentoongesteld, te gelijk met de publicatie van het verslag der jury, dat aan elk van de inzenders is toegezonden. Door tusschenkomst van den heer M. Mouton alhier kwam de Academie door aankoop in het bezit van een zeer belangrijke collectie teekeningen, ontwerpen voor decora tieve versiering van aanzienlijke woningen en openbare gebouwen, van den 18e eeuwschen meester Augustinus Terwesten. Van zijn medelid den heer baron De Smeth van Alphen ontving de Academie voor haar boekerij herhaaldelijk be langrijke schenkingen, o.a. de volledige jaargangen van het geïll. tijdschrift „The Studio”. Voortgegaan werd met de uitbreiding van de leermid delen en van de boekerij, die verrijkt werd door schenking en aankoop met een aantal voor het onderwijs nuttige boe ken, plaatwerken en fotografieën. Van de boekerij verscheen een nieuwe catalogus. Omtrent het Museum van Kunstnijverheid zij op deze

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1388