53
Een overzicht der geheele schoolbevolking en van het
getal kosteloos toegelaten leerlingen op 15 October, gedurende
de laatste 10 jaren, verschaft het onderstaande lijstje:
groot, naar hare meening, voor vruchtdragend onderwijs te
groot is.
Reeds in 1908, by schrijven van 28 April, n°. 254, aan den
Gemeenteraad, drong onze Commissie er op aan, om het
maximum leerlingen per klasse voor alle scholen te beperken
tot 36 en in 1912 gaf zy aan het College van B. en W., by
missive van 14 Maart n°. 69, in overweging, het getal leerlingen
per klasse geleidelijk terug te brengen tot een maximum van
30, het in onderwyskringen vrij algemeen gewenschte getal.
Tot nog toe echter bleven de wenschen onzer Commissie
te dezen opzichte onvervuld. Klassen met 40 en meer leerlin
gen zijn, zoowel op de 1ste en 2de klasse-scholen als op de
burgerscholen, nog lang geen zeldzaamheden. Een gunstige
uitzondering maakt alleen de burgerschool aan de Van Hoom-
beekstraat 5, waar, bij besluit van B. en W., het maximum
is bepaald op 24 leerlingen per klasse.
In de thans nog geldende „Verordening voor de openbare
scholen van Lager Onderwys der gemeente ’s-Gravenhage,
n°. 3 van 1897”, door den Gemeenteraad vastgesteld, is geen
enkele bepaling omtrent het maximum leerlingen per klasse
opgenomen.
Onze Commissie acht het dringend noodzakelyk, dat in
dezen toestand verbetering kome.
Kosteloos toegelaten leerlingen. Kosteloos waren 15 October
1914 op de openbare scholen geplaatst 4452 leerlingen, d.i.
17,17 tegen 4445 of 17,5 °/o in het vorige jaar.
Op de byzondere scholen werden kosteloos onderwezen
3682 leerlingen of 21,2 tegen 3190 of 20,5 °/o in 1913.
Het van het getal der kosteloos toegelaten leerlingen
daalde op de openbare scholen met 0,5%, terwyl de ver
meerdering op de byzondere scholen 0,7 bedroeg.
6
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.