53 11 vervuld, op één enkele uitzondering na, waar niet de ijver, maar gebrek aan didaktische gaven de oorzaak was van slechte resultaten. Wijl de Commissie op grond van artikel 97 der Wet tot regeling van het Lager Onderwije o.m. heeft te „zorgen”, dat de verordeningen (in den ruimsten zin opgevat) op het lager onderwijs, „stipt” nageleefd worden en zij hieronder niet alleen begrijpt die, welke bij Raadsbesluit zijn vastgesteld, doch ook de voorschriften, die bovendien door het College van B. en W. (Afdeeling Onderwijs) in het belang van leerlingen en onder wijs aan de hoofden van scholen worden verstrekt, acht zij het noodig, kennis te dragen van alle andere aan de Aangaande ijver, plichtsbetrachting en geschiktheid zoowel van het hoofd als van de onderwijzers en onderwijzeressen, wordt, behoudens een enkele uitzondering, door de sub-com- missies zeer gunstig gerapporteerd. Een sub-commissie bericht evenwel„Hoewel het moeilijk is, voor onze sub-commissie alléén uit hoofde van hare ge regelde schoolbezoeken hieromtrent een oordeel uit te spreken, kan toch niet worden verzwegen, dat in al de jaren van dit bezoek zy het hoofd nog nimmer voor eene klasse heeft aangetroffen”. Wederom herhalen wij onze opmerking uit vorige jaar verslagen „Vaak komt het voor, dat hoofden bij het bezoek der Commissieleden afwezig zyn (zonder dat de betrokken sub commissie daarvan kennis draagt), eene omstandigheid, die alhier dikwyls wordt veroorzaakt door de benoeming van hoofden in commissies vanwege de Gemeente of het Ryk. Onze Commissie zou het in het algemeen wenschelijk achten, wanneer Burgemeester en Wethouders maatregelen konden treffen, waardoor in het belang van het onderwys wat minder beslag werd gelegd op den tjjd der hoofden „voor anderen gemeentedienst” doch in allen gevalle zij, die benoemd worden in examencommissies vanwege het Ryk, bovendien niet werden belast met functies, waardoor zjj onder schooltyd moeten worden gemist.” VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1401