53 121 wijs bevorderen; in den regel wordt haar beteekenis echter ver overschat. De bloei van het onderwys wordt nog door heel andere en veel belangrijker factoren bepaald”. De Heer P. T. van der Meulen, hoofd der school van de Haagsche Schoolvereeniging, Nassanlaan 26, oordeelt: „Ge regeld worden schoolvergaderingen gehouden, om de belangen ■van de school en van het onderwijs te bespreken, om te trachten naar eenheid in het onderwas, om doorloopend te werken aan verbetering van het leerplan”. Het hoofd der Leerschool van het Haagsche Genootschap tot verdediging van den Christelijken Godsdienst aan de Anthonie-Duyckstraat 126, de Heer J. G. Bos, merkt op: „Schoolvergaderingen behooren tot de beste middelen, vooral voor een groote school, om een volkomen samenwerking te verkrijgen tusschen de leden van het personeel. In een vergadering, waar allen samenkomen met de bedoeling, om met welwillende toewijding de belangen van de school en van het onderw'ys in het algemeen te behartigen, onder erkenning van de meening van andersdenkenden en in het vertrouwen, dat algemeen uitgesproken ideeën daar zullen worden erkend, zullen de meeningen vry en zonder neven gedachten worden geuit en aangehoord. Het bijwonen van deze besprekingen over de algemeene organisatie van de school en de klassen, zal aan al de leden van het personeel, dus aan het onderwijs ten goede komen”. Ten slotte geven w’ij een plaats aan het oordeel van het hoofd der Charitabele Sociëteitsschool aan de Amsterdamsche Veerkade no. 19, den Heer H. Nieukerke: „Adviseerende schoolvergaderingen by een hoofd met krachtige persoon lijkheid kunnen wel iets goeds doen. „Onderstelt de vraag: Acht gy schoolvergaderingen gewenscht voor den bloei van het onderwas? het bestaan van een bestuur, dat de ver antwoordelijkheid van het hoofd overdraagt op de verga dering en wel met dien verstande, dat iedere leerkracht verantwoordelijk blijft met salaris en positie voor elke be slissing, waartoe deze leerkracht heeft medegewerkt dan zal het lot dei- school nog treurig zijn, al zou de steeds schommelende meerderheid de leerkrachten zich behagelijk gevoelen”. VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1511