53
122
De sub-commissies melden, dat op alle bijzondere scholen
volgens den rooster wordt gewerkt.
Evenals het vorige jaar valt over de rust in de klas niet
te klagenalleen, waar twee onderwijzers in dezelfde klasse
werken en de afscheiding dus öf geheel ontbreekt öf door
een gordijn plaats heeft, is er by verandering van werkzaam
heden eenige stoornis merkbaar.
Weder zeer tevreden zijn de sub-commissies over ijver,
plichtsbetrachting en geschiktheid van hoofd en personeel. De sub
commissie in de 12e Afd. schryft aangaande de meisjesschool
aan den Loosduinschen Weg, der Schiefbaan-Hoviusstichting
„Herhaaldelyk troffen wij in de zes jaren, dat deze school
tot onze afdeeling behoorde, er een ander hoofd aan. De
vorige functionarisse trad 1 April 1913 in dienst, maar w erd
wegens gezondheidsredenen overgeplaatst. Van de tegen
woordige, die den lóen September j.l. hare betrekking aan
vaardde, kunnen wy als van de vorige getuigenwTij hebben
reden, heel goede verwachtingen van haar te koesteren.”
Met betrekking tot de correctie van het schriftelijk werk
wordt getuigd, dat zij op alle scholen goed is.
Van een enkele school deelt de betrokken sub-commissie
mede, dat over ’t algemeen de corectie „vrij goed” is, in
een paar klassen echter met veel zorg geschiedt.
Uitsluitend onder schooltijd kwam correctie op geen enkele
school voor, onder en na de lesuren op 34 en na de lessen
op 19 scholen.
Geen opgave hieromtrent kwam in van 12 scholen.
4. Leerlingen en Onderwijs.
Op 22 bijzondere scholen bleef het getal leerlingen
stationair.
Vermeerdering had plaats op 26 scholen, ten hoogste met
50 leerlingen, vermindering moest geconstateerd worden
op 6 scholen met 217 leerlingen.
In Hoofdstuk I (pagina 6) wyst het staatje het totaal aan.
Op 32 scholen heeft coëducatie plaats; terwyl 16 scholen
uitsluitend mannelijke leerlingen telden en op 17 scholen alleen
vrouwelijke leerlingen voorkwamen.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.