I t 53 148 ’s-Gravenhage, 2 September 1914. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van 's-Gravenhage. iste-klasseonderwijzeressen advies werd gevraagd, dat toch niet opgevolgd zou worden, zy het onnoodig vindt, op- of aanmerkingen op het coneept-leerplan te maken”. Namens de Sub-Commissie voor het handwerkonderwijs, (w.g.') A. Mirandolle, Presidente.. W. M. G. de Monté ver Loren Willeümier, Secretaresse. No. Afd. O. Betreffendeoverplaatsing leerlingen. In overeenstemming met het gevoelen van de Vereeniging van Hoofden van Openbare Lagere Scholen te dezer stede en van de Schoolopzieners in de Arrondissementen te ’s-Gra venhage I, II en III, wier advies door ons omtrent deze aangelegenheid werd ingewonnen, zyn wy voornemens, voor te schrijven, dat by overplaatsing van leerlingen van de eene gemeenteschool naar een andere het tot dusver gebrui kelijke onderzoek in den regel alleen zal plaats vinden ten aanzien van, hen die geplaatst worden in een klasse, waar een of meer vakken worden onderwezen, waarin zij in de overeenkomstige klasse der school, welke zy verlaten, geen onderwijs hebben ontvangen. In alle andere gevallen zullen dan, buitengewone om standigheden daargelaten, de leerlingen zonder onderzoek geplaatst moeten worden in dezelfde klasse als die, waar van zij op school, die wordt verlaten, leerling waren. Ook voor hen, die van eene bijzondere school of buiten de ge meente naar eene openbare school worden overgeplaatst, zal uit den aard der zaak het onderzoek niet gemist kunnen worden. De redenen, waarom deze maatregel wordt wenschelijk VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1538