I
l
53
I-
I
I
156
's-Gravenhage, 10 November 1914.
I
B
In onze laatst gehouden vergadering is in behandeling
gekomen een voorstel van onze hygiënisch-technische sub
commissie, om Uw College beleefd in overweging te geven,
pogingen in het werk te stellen tot de oprichting van eene
gemengde Commissie voor scholenbouw, in den geest zooals
deze o.a. reeds sedert jaren in de gemeente Amsterdam be
staat en aldaar met vrucht werkzaam is. Na ampele bespre
king vereenigde de vergadering zich unaniem met dit
voorstel.
Uit door onzen Secretaris bij het Secretaris der Plaatselijke
Schoolcommissie te Amsterdam ingewonnen inlichtingen is
n.l. gebleken, dat aldaar eene Commissie is ingesteld, be
staande uit: Ambtenaren der Afdeeling Publieke Werken, als
bouwkundigen, twee leden der Plaatselijke Commissie van
Toeeicht op hst Lager Onderwijs, één der gemeentelijke School-
inspecteurs en den Districtsschoolopziener. Deze Commissie
belast zich met de bespreking en eindelyke afdoening van
alle bouwplannen voor openbare scholen.
Een dergelyke Commissie, waarin, naar het oordeel onzer
vergadering, bovendien zouden kunnen zitting nemen een
man uit de schoolpraktijk, hetzij in functie zijnd of gepen-
sionneerd, hoofd eener school of onderwüzer, benevens een
lid der Gezondheidscommissie, zou, zoo meende de vergade
ring, ook in onze gemeente recht practisch werk kunnen
verrichten.
Veel geschrijf zou hierdoor voorkomen en eventueel mis
verstand vermeden kunnen worden. Van mondeling overleg
verwachtte men tevens betere practische resultaten dan van
schriftelyke onderhandeling. Bovendien zouden de zaken
spoediger kunnen worden afgedaan.
Wat in de gemeente Amsterdam tot stand is kunnen ge
bracht worden, zal, vertrouwt onze Commissie, in de ge
meente ’s-Gravenhage evenmin op overwegende bezwaren
stuiten.
Redenen, waarom wij hierbij Uw College beleefd uitnoo-
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
N°. 292.
OnderwerpInstelling eener
gemengde Commissie
voor Scholenbouw.