59
I
7
VERSLAG BEWAABSCHOOL-AKTE EXAMENS.
van
zeggen? Zijn vermogen vermeerderde door „vlijt en zuinig
heid”, leg dat eens uit. Wat beteekent: hij had die kameelen
in „vrijen eigendom”? Verklaar ’t woord „lokaas”. „Hij zon
op middelen om nog rijker te worden”, wat bedoelt men
daarmee? Verklaar: „zijn hebzucht ontvlamde”. De der-
wisch leefde „afgezonderd”, wat wil dit zeggen? Geef nu
zelf een zin met „afzonderlijk” en een met „afgezonderd”.
Leg uit: „hij veinsde er niet door geërgerd te zijn”. Wat is
een „voorslag”? Waarom wordt die voorslag „onredelijk”
genoemd? enz. enz.
Sommige vragen werden gesteld naar aanleiding
antwoorden, door de candidaten gegeven.
Ook volgen hier nog enkele vragen over aardrijkskunde
en geschiedenis:
Waar vindt men in ons land zandgrond? Vertel iets van
de Veluwe. Welke zijn de grenzen? Kent ge plaatsen aan
den Gelderschen IJsel? Ook aan den Hollandschen IJsel?
Reis van Rotterdam naar Apeldoorn per spoor en ook met
een schip. In welke deelen wordt Gelderland verdeeld?
Weet ge in Noord-Holland ook deelen met afzonderlijke
namen te noemen? Welke plaatsen liggen in ’t Gooi? Noem
eenige plaatsen langs de Zuiderzee enz.
Weet ge iets van Prins Maurits te vertellen? Waardoor
ontstond er een minder goede verhouding tusschen Van
Oldenbarnevelt en Maurits? Hoe liep dat af? Wie was de
opvolger van Maurits? Wat weet ge van Frederik Hendrik?
Wie volgde hem op? Vertel iets van Willem II. In welk
jaar kwam aan het eerste stadhouderslooze tijdperk een
einde? Waardoor kwam dat zoo? Vertel verder de opvol
ging tot 1795. Wat gebeurde in dat jaar? Hoe noemt men
dat nieuwe tijdvak? enz. enz.
SCHRIJVEN.
Ofschoon onder de opgave stond: gewoon loopend schrift,
hadden vele candidaten zich beijverd, een schoonschrift te
leveren, waardoor zij slechts een deel sommige candi
daten zelfs een heel klein deel van de gegeven taak kon
den afmaken.
Bijna zonder uitzondering hebben de candidaten goed
leesbaar schrift geleverd; sommige maakten zeer duidelijke
letters en cijfers, enkele fraaie hoofdletters.
Slechts in twee gevallen moest de Commissie een onvol
doend cijfer (5) toekennen.
REKENEN.
De resultaten van het schriftelijk examen waren nogal
uitéénloopend. Een twaalftal candidaten had de vier vraag-