59
9
VERSLAG BEWAABSCHOOI.-AKTE EXAMENS.
KENNIS DER NATUUR.
TEEKENEN.
Een groot aantal candidaten behaalde gemakkelijk een
voldoend of meer dan voldoend cijfer. Zij, die geen vol
doende konden behalen, waren meestal in alle onderdeden
van het examenvak slecht onderlegd. Thermometer en
barometer werden soms met elkaar verward, aan den hond
geplooide kiezen toegewezen, lipbloemen voor vlinderbloe
men aangezien. Groot was het aantal candidaten, dat alleen
bekend was met de in het programma genoemde werktui
gen. Slechts enkele noemden ook nog spiegel, vergrootglas
en stoommachine, ’t Bleek ook, dat sommige candidaten de
meest voorkomende vergiftige planten niet wisten te noe
men en al kenden zij ze bij name, niets wisten van de ver
giftigende eigenschappen. Eenig begrip van indeeling van
de dieren ontbrak zeer dikwijls.
Examenonderwerpen:
thermometer, barometer, pompen, proeven met de lucht
pomp, wet van Boyle, wet van Archimedes, areometers,
verschillende wijzen om het S.G. te bepalen van vaste en
vloeibare lichamen, hefboomen, balans;
geraamte, bloedsomloop en ademhaling van bekende die
ren vergeleken met die van den mensch, nadere beschou
wing van gebit en pooten, indeeling der besproken dieren;
beschrijving van bekende lipbloemen, vlinderbloemen,
samengestelden enz. en naar aanleiding daarvan vragen
over meeldraden, stampers, kruisbestuiving, zelf bestui ving,
vruchten, zaden, één- en tweezaadlobbigen, geheime bloe
men, wind- en insecteubloeinen, wortelstok, bollen, knollen,
bladvormen enz.
Van de 3 opgaven kozen 53 candidaten no. 2 „Een kamer
wand met schoorsteenmantel”; 23 „Een weg langs een
vaart” enz., 7 „Een openstaande werktafel, waarbij een
stoel”.
Tot het 2de onderwerp voelden de meeste candidaten
zich dus aangetrokken en toch kwamen in de teekeningen
daarvan vele fouten voor, waarvan wel deze het meest in
het oog viel, dat de zijkant van den schoorsteen niet lood
recht op den kamerwand stond, terwijl deze zijkant onder
eii boven het dekstuk even breed genomen was.
Van de 23 candidaten, die „Een weg enz.” kozen, hebben
verscheidene de opgave niet goed gelezen. Deze luidde:
„Een weg langs een vaart. Over de vaart ligt een brug; in
de vaart een b o o t j e”. Toch teekenden zij een zeilschip