59 12 VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE EXAMENS. OPVOEDING EN ONDERWIJS. Slechts van één opstel mocht gezegd worden, dat het zeer goed was. Zeven opstellen waren goed te noemen en vijf en twintig vrij goed. De overige waren of onvoldoende, óf beantwoorden slechts aan matige eischen. Het best waren nog de opstellen over de inrichting en het gebruik eener goede speelplaats. Dit onderwerp viel wellicht door zijn eoncreten aard geheel binnen het bereik der candidaten. De resultaten van het mondeling onderzoek waren min der onbevredigend. Onderzocht werd, welke kennis zich de candidaten hadden eigen gemaakt van de theorie van op voeding en onderwijs en in hoeverre die kennis door de theorie lang niet door alle candidaten op de juiste wijze beantwoord. Vele candidaten hadden dan ook stellig een hooger cijfer voor dit vak behaald, indien haar theoretische kennis op hooger peil gestaan had. ve Commissie heeft echter rekening gehouden met de practische eischen, welke het bewaarsehoolleven stelt en daarom de weinige theoretische kennis aan de candidaten, die overigens een goed gehoor bezaten, de intervallen zuiver troffen en zich ook met ijver op de voordracht hadden toegelegd, niet te zwaar aangere kend. Toch meende de Commissie een betere verwachting te dien opzichte te mogen koesteren van candidaten, welke zich aan dit examen onderwerpen. Vragen, gesteld over de theorie van zingen: Kunt ge uit het stukje opmaken in welken toonaard het staat? Waarom zoekt ge naar de kwint van den grondtoon? Zou het stukje met hetzelfde voorteeken ook in een ande ren toonaard kunnen staan? Wat zijn paralleltoonladders? Wat zijn verwante toonladders? Zeg de majeur- en mineur- toonladders op met een gelijknamigen grondtoon? Hoe is de harmonische mineurtoonladder? Welke sleutels kent ge? Waar en wanneer worden ze gebruikt? Kent ge nog andere middelen om noten te verhoogen of te verlagen? Wanneer noemen we een onvolledige maat aan het begin van een stukje een opmaat? Wat beteekent het woord accent? Welke maatteekens kent ge nog meer? Wanneer wordt er van den maatduur wel eens afgeweken? Hoe noemen we deze teekens? Welke teekens komen er in de muziek nog meer voor? Wat beteekent het woord: andante? Hoe geeft men nog wel eens anders de snelheid der maat slagen aan? Wat is een metronome? Duurt een kwartnoot altijd 1 tel? Waarvan is dit afhankelijk? Kunt ge verschil lende rustteekens opschrijven met de waarde ervan?

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1792