59
I
‘21
VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE EXAMENS.
1.
2.
3.
OPVOEDKUNDE.
(2-4).
„Of ’t regent, wel wat hindert dat?
„Je ziet, we worden toch niet nat!
„En ’t wandelt ook wat aardig nu,
„Zoo onder Vaders paraplu!”
Och, kijk eens even op de straat
Wie daar zoo deftig wand’len gaat!
Parmantig stapt daar buurmans Griet,
Terwijl het regent, dat het giet!
En naast ons Grietje loopt zoowaar
Haar jongste zus, de kleine Saar.
De oolijkerds! ze zien me staan
En wenken, dat ik mee zal gaan.
„Voor dezen keerhier heb je er twee;
„Breng ook voor zus wat kersen mee!”
Toen liep ons ventje op een draf
De deur uit en de trappen af.
„Twee centen kersen man”, sprak hij,
„Tien voor mijn zus en tien voor mij.”
Opstel naar keuze:
De waarde en de toepassing van het beginsel der zelf
werkzaamheid (zelf doen en zelf vinden) op de
bewaarschool.
Welke kinderdeugden en welke kinderfouten kent ge?
Welke middelen staan U ten dienste om de eerste aan
te kw’eeken en de laatste te bestrijden?
Wat is het doel van de bewaarschool?
Het mondeling en practiseh examen voor de akte B werd
af ge nomen op 20, 21, 22 en 23 Oct., in de Bewaarschool aan
de C. P. Tielestraat, en op 27, 28, 29 en 30 Oct., in de Bewaar
school aan de De Jagerstraat.
Geëxamineerd werd in de vakken:
a. Lezen en letterkunde; b. Schoolhygiëne en natuur
kennis; c. Zingen en spreken; d. Opvoedkunde en Fröbel-
leer. Bovendien moest elke candidaat met een klasse leer-
2. IN DEN REGEN.
3. Koen en Frits spelen met hun scheepje aan het
strand.