59 J •29 VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE EXAMENS. VERTELLEN. 25o. 26o. 27o. levensvorm, die door wijziging een andere te zien geeft. (Zoo mogelijk acht lange lattén). Vouw een voorwerp uit den dubbelen driehoek. idem uit het dubbele vierkant. Geef een les met twee vouwbladen en wel zóó, dat aan het eind der les twee verschillende voorwerpen het resultaat zijn. Waar het noodig bleek, gingen de opgaven van een toe lichtend woord vergezeld; ook werd bij de keuze der opgave gelet op de geoefendheid der leerlingen, voor de les aan gewezen. Het meerendeel der lessen maakte een goeden indruk en bewees, dat de eandidaten niet alleen een vrij-goed over zicht hadden van de leerstof der speelmiddelen, maar ook bij haar lessen het recht begrip der zelfwerkzaamheid be trachtten. Haar leiding was een opwekking tot zelf denken, bepa len, zich uitspreken en handelen, waarvan het dankbaar gevolg was, dat de leerlingen zich met volle belangstelling gaven, en zich beijverden voor een resultaat, dat zóó goed mogelijk was. Toch moet verklaard worden, dat er nog altijd eandidaten zijn, die de „zelfwerkzaamheid” slechts bij naam kennen en „voorzeggen” en„ voordoen” als „de” manier van onder wijzen toepassen. Ook nu werd opgemerkt, dat gemis aan het juist begrip, wat de Fröbellessen behooren te zijn, wel licht ook overdreven vrees voor wanorde, sommigen er toe bracht angstvallig elke neiging tot opmerken of vragen te onderdrukken, en haar deed eischen, dat slechts nagemaakt werd, wat zij voordeden, zonder meer. Verder valt te vermelden, dat de houding voor de klasse en de leertoon der eandidaten over het algemeen zeer be vredigend waren. Enkele zondigden tegen den laatste door te luid en te aanhoudend spreken, wat niet alleen vermoeiend is voor de leerlingen, maar hen ook verstompt. De orde in de klasse was over het algemeen goed, slechts een enkele maal dreigde zij verloren te gaan, doordat slappe leiding of weinig aantrekkelijk werk niet vermochten de belangstelling te doen voortduren. Uit de volgende bundels: ,,’t Vertelseluurtje” (Eerste Afdeeling) door Hinse en Stamperius, „Mijn vertelselboek” door Johanna van Woude, „Ons thuis” door Kath. Leopold en Henri Dietz, „Oolijk en vroolijk”, „Nieuwe vriendjes” en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1809