59 30 VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE EXAMENS. De opgave luidde: Schrijf 5 gebonden en 3 half-vrije spelen op De Com missie doet een keus uit beide soorten van spelen en be- „Praatjes en plaatjes” door S. Maathuis—Ilkeu, ontvingen de candidaten een vertelling ter lezing, die, na een kwar tier voorbereiding, aan de klasse moest verteld worden. Het meerendeel der candidaten vertelde 20 minuten of langer, enkele waren in minder dan een kwartier met reu zenschreden door de vertelling heen; vertellen was blijk baar niet haar fort. Beoordeeld werden: lo. Het weergeven van den inhoud; 2o. Of wijzigingen, die soms gewenscht, soms noodzake lijk waren, oordeelkundig werden aangebracht; 3o. Verteltoon en beschaafde uitspraak; 4o. Woordenkeus in verband met den leeftijd der kin deren; 5o. Of gestreefd werd naar aanschouwelijkheid. Over het geheel werd de inhoud der vertelling goed weer gegeven, doch lang niet alle candidaten wisten de aardige momenten flink naar voren te brengen; sommige slaagden er uitstekend in, waarvan de spontane uitroepen getuig den, die dan vaak in de klasse gehoord werden. Jammer, dat eenige candidaten elke onderbreking, die uit belang stelling voortkwam, zoo zorgvuldig meden, want daarmee werd ook de gelegenheid, om met de leerlingen nader in contact te komen, prijs gegeven. Vele candidaten wisten de vertelling uitstekend in het kader der leerlingen te plaatsen, andere letten daar niet op. Verschillende hadden een prettigen, gezelligen verteltoon, van enkele was de uitspraak keurig en van de meeste goed. De woordenkeus was steeds in overeenstemming met den leeftijd der leerlingen, ofschoon door enkele candidaten nog al eens een taalfout gemaakt werd. Hoewel verschillende candidaten door een sober gebaar de vertelling goed wisten uit te beelden, moet toch gezegd worden, dat bepaald aanschouwelijk vertellen een hooge zeldzaamheid was. Dat slechts één candidaat vroeg om een voorwerp, dat in de vertelling voorkwam, teneinde het den kinderen te toonen, is teekenend. Toch kan gezegd worden, dat vertellen ernstig door de candidaten beoefend werd. Dit blijkt ook hieruit, dat de Commissie niet één keer een onvoldoend cijfer en slechts vijf maal een twijfelachtig heeft moeten toekennen; hooge cijfers bleven echter ook uitzonderingen. SPELEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 1810