Bijlage 60
Aanvragen.
2.
3.
4.
5.
(i
7.
8.
De scholen sub 17 bedoeld voldeden ook in 1914 aan de
in de verordening no. 24 van 1905 gestelde eisehen, zoodat
de betrekkelijke adviezen onzer Commissie aan Uw College
uitgebracht wederom gunstig konden luiden.
De aanvraag onder 8, is als een geheel nieuwe aanvraag
te beschouwen. Zij betreft het tijdvak 1 Juli 1914—1 Juli
1915. Na ommegang van dit tijdvak zal onze Commissie,
nopens deze aanvraag Uw College van advies dienen. Ver
wacht kan worden dat ook dit advies gunstig zal luiden.
Het aantal der aanvragen van Besturen of Hoofden van
bijzondere bewaarscholen, die een bijdrage uit de gemeente
kas verlangden en in handen onzer Commissie ten fine van
advies werden gesteld, bepaalde zich tot die
1.
van:
het Bestuur der ’s-Gravenhaagsehe Bijbelvereeniging,
voor de scholen aan de Oude Molstraat no. 32 en de
Prinsegracht no. 180;
het Bestuur van de vereeniging tot instandhouding der
Christelijke Henriëtte bewaarschool, voor de bewaar
school aan de Balistraat no. 52;
het Bestuur der vereeniging „Licht, Liefde en Leven”,
voor de bewaarschool aan den Noordwal no. 5;
het Bestuur van de St. Willibrordus Vereeniging, voor
de bewaarscholen aan de Paulinastraat no. 4 en de
Hekkelaan no. 197;
mejuffrouw A. J. E. Inklaar, voor hare bewaarschool
aan de Francois Valentijnstraat no. 54;
mejuffrouw J. W. Boevé, voor hare bewaarschool aan
de Marconistraat no. 16;
de Commissie van Regenten voor de bewaarschool der
Nederduitse!) Hervormde gemeente, voor hare bewaar
school aan de Prinsegracht no. 180.
het Bestuur der Bewaar- en Handwerkschool „Samuel”,
voor hare bewaarschool aan de Prinsegracht no. 186.
VERSLAG over 1914 van de Commissiebelast met het
toezicht op de bijzondere bewaarscholen, aan welker
Bestuur of Hoofd een bijdrage uit de gemeentekas
is verleend.