19
-
- 1200.—
520.—
I
- 2675.—
- 2225.—
- 2112.50
- 2000.—
- 1525.—
- 1200.-
- 1150.—
- 1100.—
Benoemd werden: tot commies: P. van Wijk, met
ingang van 1 Februaritot adjunct-commies: A. B. Velt-
huisen, met ingang van 5 Maart en Mej. Mr. G. J. Hoe-
tink, met ingang van 15 Mei; tot tweede-klerkP. I.
J. Taeymans, met ingang van 1 Februaritot controleur
by het bevolkingsregister: S. Borman, met ingang van
1 Juli en tot schrijver met ingang van 1 Januari 1915:
H. Biggendorp, Mej. J. C. Raadsen, Th. J. Giezen,
A. Valkenburgh, D. N. Verschoor, J. A. Kraan, J.
W. Verlegh, Mej. H. A. H. Hardonk, J. L. Lentz,
Mej. E. A. Nederbragt, P. H. Sampimon, Mej. M. J.
E. van Vliet, N. Amiabel, Mej. C. C. v. d. Hoek,
G. J. N. v. d. Houven, Mej. E. A. Schenk, A. Vermeu
len, M. J. Cruyff, A. J. J. Bachofner, Mej. T. A. E.
Boudier. J. F. Commerell, Th. B. V. Dill, H. W. van
Gelderen, C. A. ’s Gravendijk, Mej. A. E. Krauss,
G. van Kuilenburg, M. L. Magé, H. L. Redeker, C.
van Riet, S. Rosman, L. Vacher, P. J. J. Westerbaan,
W. C. Basoski, J. van Benthem, W. M. A. v. d. Dussen
en J. L. Krul; allen voor den tijd van één jaar‘, tot
boden: W. G. Bilderbeek en J. Th. Borsboom, met
ingang van 1 April.
Op' 1 Januari 1915 bestond het personeel uit
Afdeeling Algemeene Zaken (A.Z.)
Een referendaris, chef der afdeeling
Een hoofdcommies
Een commies
Een commies
Een commies
Een adjunct-commies
Twee eerste-klerken, ieder
Een eerste-klerk
Een eerste-klerk
Een ambtenaar voor het onderzoek aan
gaande personen, omtrent wie door
hooger bestuur inlichtingen worden
gevraagd, nopens hunne financieele
omstandigheden, als anderszins
Een schatter voor de drankwet, zie
onder afdeeling M. Z.
Vijf schrijvers ieder
Jaarwedde,
f 3250.—