J 216 23 Ingeschreven Afgevoerd werden: Wegens overlijden Wegens woonplaats in N. O.-Indië Behoorende tot eene vreemde na tionaliteit Wegens dubbele inschrijving 2584 2 5 5 11 halingsoefeningen voor de militie werden, in verband met het buitengewoon verblijf onder de wapenen der dienstplichtigen, ingevolge Koninklijk Besluit d.d. 21 Augustus 1914. no. 44 voor een groot deel niet gehouden. In de maanden Maart, April, Mei, Juni en Juli werden de voorgeschreven herhalingsoefeningen gehouden door 227 miliciens, behoorende tot de Huzaren, Veld-Artillerie, Rijdende-Artillerie. Pontonniers, Vesting-Artillerie, Pant- serfort-Artillerie, Torpedisten, Genietroepen en de Zee militie. In 1914 werden voor den duur van één jaar van den dienst bij de militie vrijgesteld door Gedeputeerde Staten van de ingeschrevenen voor de lichting 1915 34 wegens het bekleeden van een godsdienstig-mensch- lievend ambt, enz. 82 wegens kostwinnerschap; en bij Koninklijk Besluit: van de ter inlijving bestemde- en van de ingelijfde dienst plichtigen, behoorende tot de lichting 1915 en vorige lichtingen 89 wegens toekomstige woonplaats of wegens woon plaats in de Koloniën; 11 wegens het bekleeden van een godsdienstig-mensch- lievend ambt, enz.; 22 wegens kostwinnerschap. Om verschillende redenen werden voor goed vrij gesteld 17 dienstplichtigen, behoorende tot de lichting 1915 en vorige lichtingen. Behandeld werden 121 verzoeken om vrijstelling als kostwinner van den militiedienst. Ontslag wegens volbrachten militiediensttijd had in 1914 niet plaatsin verband met de buitengewone omstan digheden werd dit ontslag geschorst bij Koninklijk Besluit van 27 Juli 1914 (Staatsblad no. 329). Voor de lichting 1915 werden Jongelingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 212