j 221 De Scherpschuttersvereeniging „Oranje Nassau” telde op 31 December van het afgeloopen jaar 55 gewone leden. De vereeniging heeft de 6 geweren M. 95, welke zij van het Rijk in bruikleen had moeten inleveren. In het afgeloopen jaar heeft zij gebruik gemaakt van de schiet banen, gelegen op het landgoed „Ockenburgh” te Loos- duinen. Er is geschoten op afstanden van 50, 150 en 300 M. Het aantal oefeningsdagen heeft, vóór het intreden van den oorlogstoestand, 30 bedragen. Daarna is niet meer met het geweer geschoten: enkele leden hebben de oefeningen voortgezet met het pistool. De volledige oefeningen werden gemiddeld door 25 deelnemers bij gewoond. Van de hulp van militaire onderwijzers, noch van technische hulp van Rijkswege werd gebruik gemaakt. De vereeniging heeft aan 5 openbare wedstrijden deelgenomen. Onmiddellijk na de afkondiging der mobilisatie heeft de vereeniging medegewerkt tot het oprichten van een tweetal Rijwielafdeelingen van vrijwilligers bij den het Bestuur onmiddellijk de overige actieve leden ter beschikking gesteld van de militaire autoriteiten hier ter stede, in afwachting van eene nadere bestemming, voorloopig tot het verrichten van ordonnans- of garni zoensdienst; van dit aanbod werd gebruik gemaakt. In samenwerking met de afdeeling Amsterdam werd nog opgericht het vrijwillige Landstormkorps der Kon. Ned. Weerbaarheidsvereenigiug. Het ledental van de Schietvereeniging „Oefening en Uitspanning” was aan het einde des jaars gedaald tot 25. In het afgeloopen jaar werden des Zondags schiet oefeningen gehouden op de schietbanen, gelegen op het landgoed „Ockenburgh” te Loosduinen, met het geweer M. 95. Wegens den grooten afstand tot die banen, werd aan de oefeningen niet altijd druk deelgenomen. De vereeniging nam deel aan twee Nationale wed strijden, waarbij korpsprijzen werden behaald. Na de afkondiging der mobilisatie heeft de vereeniging hare geweren en patronen tuin het Rijk ingeleverd. Schietoefeningen werden daarna niet meer gehouden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 217