223 I i Een proef is genomen om binnenshuis met flobert- geweren te oefenen, welke echter als mislukt kan wor den beschouwd. Het verslag der Schiet- en Sportcereeniging „de Residentie'’ vermeldt, dat zij op 31 December j.l. bestond uit 6 gewone leden, 1 eerelid en 1 donatrice. Het ledental is sterk verminderd wegens het gebrek aan goede schiet banen en tengevolge van het opeischen door het Rijk van de geweren, na het afkondigen van de mobilisatie. Vroeger werd geschoten op een schietbaan, toebe- hoorende aan de Gemeente; in 1914 is in verband met het buiten gebruik stellen dezer banen, van geen schiet baan gebruik gemaakt kunnen worden. Er werd alleen geschoten met Marga-patronen in een particulier lokaal, Het ledental van het Koninklijk Scherpschuttersgilde „Oefening en Vermaak” bedroeg op 31 December j.l. 30 gewone leden, benevens 4 eereleden. Daar de banen van de Vereeniging „Le PetitSt. Hubert’’ met ingang van 1 Januari 1914 zijn gesloten, heeft het Gilde in het afgeloopen jaar gebruik gemaakt van de schietbanen, gelegen op het landgoed „Ockenburgh” te Loosduinen. Van 23 April tot en met 30 Juli werd geregeld des Donderdags na 5 uur geschoten; in ’tgeheel dus 15 oefeningsdagen, waarop 4 maal op 150, 6 maal op 225 en 5 maal op 300 M. werd geoefend met het Rijksgeweer M. ’95. De oefeningen werden gemiddeld door 18 leden bijgewoond. Van de hulp van militaire onderwijzers werd geen gebruik gemaakt, terwijl door het Rijk geen hulp van techuischen aard werd verleend. Aan schietwedstrijden is in het jaar 1914 niet deel genomen, vermits de meeste wedstrijden tengevolge der mobilisatie zijn afgelast. De feestelijkheden en de schiet wedstrijd, welke ter viering van het 75-jarig bestaan van het Gilde in September gehouden zouden worden, konden niet doorgaan en zijn tot nader order uitgesteld. In overleg met het bestuur der schietvereeniging „Oranje Nassau’’ werd na de afkondiging der mobilisatie een vrijwillig Rijwielkorps opgericht en medegewerkt tot vorming der Haagsche Burgerwacht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 219