268
In het verslag over het vereenigingsjaar 19131914
van de Vereeniging „Haagsche Kunstkring’’ (Koninginne
gracht 12a) is o.m. vermeld, dat het ledental op 1 Augustus
1914 250 bedroeg tegen 283 op 1 Augustus 1913.
Door bestuurderen der afdeeling Schilder- en Beeld
houwkunst werd besloten tot het houden van eene
groepententoonstelling, waaraan alle leden dezer afdeeling
konden deelnemen. Door gebrek aan een expositie-lokaal
werden dit jaar geen tentoonstellingen gehouden. Als
14 December4 Januari, tentoonstelling van grafische
kunst (Collectie Internationale Tentoonstelling van het
Boek en de Grafische vakken te Leipzig, in 1914, Ned.
afdeeling) en van de aangekochte werken voor het
verlotingsfonds van „Pulchri Studio”.
Over de werkzaamheden van het Comité voor Buiten-
landsche Kunst-tentoonstellingen valt het volgende te
vermelden
De werkzaamheden der Commissie bepaalden zich tot
het maken van voorbereidingen voor de deelneming aan
de Internationale Tentoonstelling in 1915 te San Francisco.
De daarvoor door de Regeering samengestelde Commissie
bestaat uit de leden van bovengenoemd Comité en twee
leden van de Vereeniging St. Lucas te Amsterdam. Het
programma voor de tentoonstelling werd aan de Neder-
landsche Kunstenaars toegezonden. Nadat de inzendings-
termijn verstreken was, werden de toegezonden werken
door eene Jury, waarin de inzenders vertegenwoordigd
waren, beoordeeld. De Regeering verleende eene subsidie
tot een maximum bedrag van f 20.000. Ter beschikking
van de Commissie werden gesteld vier zalen in het Gebouw
voor Schoone Kunsten, zoodat de Grafische-Kunst afzon
derlijk tentoongesteld kon worden. Uit zijn midden wees
de Commissie de heer W. Witsen aan om de Neder
landsche Kunstenaars bij de opening te vertegenwoor
digen. In den heer De Vries werd een alleszins geschikt
persoon gevonden om gedurende de tentoonstelling de
belangen der Nederlandsche Kunstenaars te behartigen.
De inrichting der zalen belooft, dank zij de subsidie der
Regeering, eenvoudig en smaakvol te zijn, zoodat men
verwachten mag, dat de Nederlandsche Kunst op eene
haar waardige wijze ondergebracht zal zijn.